437 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden gedachten

"Dat is zoo maar eene gedachte van mij, mijn jongen!

Ik heb nieuwe passies, nieuwe gedachten, nieuwe ideeën.

In dien jeugd-tijd van Walden en van "De Arbeid" was mijn hoogste droom, ééns te worden "de zanger aller menschenzielen" (het zijn de laatste woorden van mijn Voorhal),nu is (ik sta niet meer alleen) ons beider beste gedachte, te pogen, de leelijke, de arme dwaze kinderen onder de menschen, zoo goed als de lieve en de goedwillige, te begrijpen, en te dóen begrijpen, door hen, innerlijk verklaard, te laten herleven in onze boeken.

Met gebogen hoofd, snikkend, zuchtend, bekende Jakob zijne schuld en, toen zijne biecht was geëindigd, bleef de grijsaard geruimen tijd in diepe gedachten verzonken.

Het is eene verheffende gedachte, dat hij, die een der grootste schilders der wereld is geweest, Holland mooi vond.

Toen ik van kleeding veranderd had, ging ik naar het plat en zette mij bij de lantaarn neder, ten prooi aan de somberste gedachten.

Hij besluit er dus ernst mee te maken,maar telkens komt de duivel tusschenbeiden, tot een plotseling sterfgeval in zijne omgeving hem zoo verschrikt, dat van nu af aan de redding zijner ziel zijn eenige gedachte is.

In zijn borst, die eerst van vreugde gezwollen had, nestelden zich nu treurige gedachten.

Als die krachtige man in de laatste oogenblikken van zijn leven heeft kunnen denken, wie weet wat die laatste gedachten dan geweest zijn?

ik beefde alsof een onzichtbaar oog mijn geheimste gedachte had kunnen doorgronden, en ik snelde de kamer uit.

Slechts ééne gedachte kwelde

Ik had als jongen van acht of negen jaar de gekke gewoonte om, als ik een verhaaltje gelezen had, het op mijn manier na te vertellen, liefst op rijm, en met dergelijke gedachten ben ik altijd bezig geweest.

Gregorius XVI heeft de zeer gelukkige gedachte gehad, de egyptische pastiches, dat wil zeggen de navolgingen van egyptische kunst, die tijdens het keizerrijk en vooral onder Hadrianus, zeer in de mode waren, in eene afzonderlijke afdeeling bijeen te brengen.

Gij kunt u niet voorstellen, welke slechte gedachten ik somtijds heb.

Van tijd tot tijd stampte de mistroostige man met den voet tegen den grond, alsof pijnlijke gedachten hem bevochten; doch hij verviel telkens in eene wanhopige droefgeestigheid, wanneer hij het oog liet vallen op het voorwerp dat hem tot nu toe gediend had om, als eerlijk werkman, zijn dagelijksch brood te verdienen.

Een bittere gedachte schoot mij eensklaps door de ziel:

Even gelijk alle vrouwen van dien aard, vreesde zij de ernstige gedachten, de edelmoedige ontroeringen, als de vijanden van een zoet en droomig leven: ook was zij ongevoelig geworden voor alles, wat niet rechtstreeks tot hare wulpschheid behoorde.

Het waren portretten van groote historische mannen, wier leven slechts de voortdurende opoffering aan een groote menschelijke gedachte geweest was: Kosciusko, de held, die met den Poolschen volkszang op de lippen gevallen was;

Veelal, mijn jongen, antwoordde Lamme, maar 't is om mijne droeve gedachten te verjagen.

Maar zou die man ons van honger doen sterven, opgesloten in deze enge gevangenis, en overgegeven aan die vreeselijke gedachten, welke woedende honger bij den mensch soms opwekt?

zij leidde zijn droevige gedachten af van zijn eigen lot, zij bracht zijn geschokt gemoed tot rust;

Dit sluit in zich, dat ik over het innerlijk van mijn werk nog geen bijzonder hooge gedachte heb....

De oude gedachten van den dag, de vondsten, die zij al lief had gekregen, zweefden zachtjes door haar brein.

ik beklaag de menschen die zoo heel wijs zijn en zichzelven zoo menig zoete gedachte onmogelijk maken;

De prins fronste even het voorhoofd; doch toen hij Elze zag, straalde zijn oogen haar schoonheid te gemoet, die alle onaangename gedachten verjoeg; en trotsch bracht hij haar bij zijn vader, den koning, die haar op het voorhoofd kuste, zeggende:

437 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  gedachten