16 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden handdruk

" "Ik dank u, Koen; doch gij moet uw nieuwjaarsfooi tot later uitstellen, en u daarvoor nu maar tevreden stellen met een hartelijken handdruk.

Een laatste handdruk, nog een hartelijke zegenwensch enweg reed de trein.

En ofschoon zij geen woord meer wisselen, zegt hun vriendschappelijke handdruk genoeg.

En gij een flinken handdruk, mijn wakkere jongen.

Van Staden en Uijs waren op elkander toegelopen, en nauweliks hadden zij de gewone handdruk gewisseld, of van Staden, door smart en vermoeienis uitgeput, en zijn zenuwen niet meer geheel meester, wierp zich aan de borst van Uijs, en riep uit, terwijl tranen zijn getaande wangen bevochtigden:

Go vond, dat ze leek op romeinsche jongenskoppen, zooals ze in de gang van hun gymnasium hingen, en beantwoordde stevig haar flinke, openhartige handdruk.

zeide hij tot dezen met een koele handdruk.

De menschen keerden weder, en menige krachtige handdruk had de slimme Lappe in dezen tijd te verduren.

Dirk krijgt nog een ferme handdruk van den Baron en verlaat het vertrek.

zei hij, na een lichten handdruk, "dat ik je zoo midden in de week kom overvallen, maar ik wou je 's alleen spreken, ik ben je 'n raad schuldig.

Go vond, dat ze leek op romeinsche jongenskoppen, zooals ze in de gang van hun gymnasium hingen, en beantwoordde stevig haar flinke, openhartige handdruk.

« vroeg de bode met een teederen handdruk.

het enkele woord "Liesje!" uitgesproken op een teederen, dankbaren toon, en een enkele, vluchtige handdruk!

Ze scheidden daar, abrupt, met een vluchtigen handdruk....

Wilt gij een vriendelijken handdruk, of een lucratieven kus, of een interimistische omhelzing?

Ze heeft me onder 't dansen heel wat vriendelijke oogjes gegeven en bij de grand' chaine telkens een allerhartelijkst handdrukje....

16 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  handdruk