206 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden hoop

somwijlen schitterden eenige hoopen sneeuw, het verspreide licht samentrekkende, op de hellingen der verwijderde toppen;

Dat was hun laatste hoop.

Wat hier van zij is den Almogende bekent ende willen t beste hoopen.

" Maar ijdele hoop!

want elk nieuw voorval brengt immers eene nieuwe hoop?

Ja, gij mocht met die zoete hoop inslapen; want gelijk de Phoenix, die bij de zon van Arabië uit zijne eigene asch heroprijst, zal uw roem na uwen dood vergrooten, en uit dit graf zal uw naam bij de zon der onsterfelijkheid glansrijker opstijgen.

Op de tafel dampte een groote hoop aardappels, en daarnevens stond eene kom met veel azijn en weinig vet tot saus.

Al dadelijk merkte ik op, met hoeveel zorg het gemeentebestuur de riolen had laten reinigen, om in de straat, van afstand tot afstand, kleine hoopen van allerlei onreine stoffen op te stapelen, die nu in de brandende Augustus-zon lagen te rotten!

Dit bericht ontlokte het volk een schallend gejuich en, terwijl menige kreet van "Leve de koning!" in de hoogte steeg, poogden eenige stoutere lieden met de Kerels te spreken en hun door sterk roepen te doen verstaan dat er nog groote hoop op verlossing voor hen was.

Toch had ik nog eene hoop, namelijk, dat het, als wij eens op den bodem van den krater waren, onmogelijk zou zijn, uit gebrek aan eene galerij, om dieper te dalen, in spijt van alle Saknussemms der wereld.

Andwoordde zij hem dat er nog niets gebeurd was, dat zij niet wist wat te doen, dat zij nadenken, dat zij zien zoû, dan drukte hij haar hand, leî zich zachtzinnig bij haar voortdurend aarzelen neêr, maar zag haar aan met een vaste hoop in den blik, dat zag zij duidelijk.

Toen vertelde ik Ned wat er den vorigen dag gebeurd was, met de stille hoop van hem van het denkbeeld af te brengen om te vluchten, maar mijn verhaal had geen ander gevolg, dan dat Ned Land zijn spijt uitdrukte voor eigen rekening ook niet eens een wandeling in de baai van Vigo te kunnen doen.

Vóór hij zich te bed begaf, bestaarde hij nog eens het vuile oude hoefijzer, en in zijn binnenste bloeide open de blijde hoop ... * * * * * "De H. Jozef" was begraven.

In die kast liggen een heele hoop tooneelstukken die ik nooit aan iemand gegeven heb.

Aan d'een zij flauwe hoop, aan d'andre grooter schrik:

In Disdirs oogen fonkelde nog de nijd, en zijne lippen waren scherp gesloten; maar Robrecht en Burchard meenden te mogen denken dat deze zure uitdrukking slechts het gevolg was van het geweld dat hij op zijn hart deed, om zoo beslissend eene lange hoop te verzaken.

De mannen keken treurig en met den schrik op het aangezicht naar de Kerels, in de zwakke hoop dat dezen iets ten hunnen gunste zouden beslissen;

Hij wees met de hand naar een verwarden hoop rotsen, die op een honderd of wat passen meer naar het westen zichtbaar begon te worden.

Ridolfi, de lieveling van koningin Maria, die heur wilde verlossen in de heimelijke hoop naderhand met heur te trouwen en koning van Engeland te worden, kwam bij Philippus om met hem Elisabeth's dood te beramen.

Dit kon alleen door de zitkamer worden bereikt, maar Elsje koesterde toch een oogenblik de vurige hoop dat hij daar dadelijk heen zou gaan en haar niet zou zien, als zij even, in half gebogene houding, achter de schrijftafel staan bleef, terwijl hij de kamer doorging.

Zelfs had men in het klooster twee binnenmuren uitgebroken, om achter de kanteelen en op de gaanderijen der torens geheele hoopen steenblokken te kunnen verzamelen.

Zoo dikwijls de vrouw van den landbouwer naar den tempel ging, zag zij den spiegel, die zij zoo gaarne terug had, op een grooten hoop achter een hek liggen.

" "Eilaas, gij bedriegt mij door eene valsche hoop;

Terwijl ik nog bezig was, een gunstig plekje voor mijn photografietoestel te zoeken, hoorde ik beneden mij plotseling een luid geschreeuw, en ik zag tot mijn schrik, dat een dichte hoop gepeupel saâmgeloopen was en al mijn bewegingen volgde, terwijl mij allerlei onverstaanbare woorden werden toegeroepen.

maar ik ben te oud om mij nog met een bedriegelijke hoop te strelen.

206 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  hoop