53 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden knieën

antwoordde de oude man, en boog zijn eene knie ten teeken van eerbied; en niet omdat gij een koning zijt, en ook niet omdat gij mij verstand toekent; maar omdat de mensch in u sterker is dan de koning, en de vader sterker dan de mensch.

Lezen, eerst en vooral lezen, op de bloote knieën!

want een aantal anderen moest blijven staan; en hunne knikkende knieën en pijnlijke aangezigten duidden aan, dat zij het in die edele kunst nog niet zoover gebragt hadden

Hij pakte Bertie bij de keel, slierde hem woest tusschen de pooten van de tafel heen, naar het midden der kamer, kwakte hem met één smak op den grond en smeet zich op hem, zijne zware vierkante knie drukkend op Bertie's borst, zijne linkervuist als eene schroef om Bertie's hals.

Naast hem lag de sabel, dwars over zijne knieën het lange geweer.

Zijn groote donkere oogen staarden soms als in verwildering door de kleine, grijs-groenachtige ruitjes, zijn wangen werden opnieuw bleek en ingevallen, zijn magere handen schenen zich uit te lengen en als 't ware doorschijnend te worden, licht-bevend-uitgestrekt als ze daar lagen op zijn magere, knokkelige knieën.

Op zijn slinke knie, waar langs Gwinebants hoofd hing.

Mijn keizer, op mijn zwakke knieën smeek ik,

Hier viel hij op ééne knie voor haar neder en boog het hoofd in diepen ootmoed.

Alle dagen nu't is vastlezen we een groot gebed voor u, op ons bloote knieën.

Op gevaar van een paar natte knieën; ik dank u, Frédérique.

De bloote voetjes der kleine Juna waren vurig rood en Atto had zich, vlak onder de knie aan een scherpen doorn bezeerd, doch om zijn zusje niet bang te maken, beet hij zich op de lippen en beweerde geen pijn te gevoelen.

Schuchteren schuifelden aan met kromme knieën en keken haast niet op, heel familjaren riepen hun gelukwenschen al uit de verte, zenuwachtigen lachten aanhoudend alsof ze 't zelf bespottelijk vonden dat ze kwamen.

De knoestige, harde knieën wrongen in de oude, beslijkte, afgetrapte broekspijpen, de voeten in vierkante, water-roglende schoenen, trapten tot bij het droog-zuigend hooi dat in piekingen berstte alsof een pakkist was omgesmeten.

" "Wel lieve tijd, zijn heele knie geschaafd," zei Door.

Tot aan de knieën kletsnat kwamen wij bij de kinderen terug.

De wachters aan de poorten stonden met knikkende knieën.

De knoestige, harde knieën wrongen in de oude, beslijkte, afgetrapte broekspijpen, de voeten in vierkante, water-roglende schoenen, trapten tot bij het droog-zuigend hooi dat in piekingen berstte alsof een pakkist was omgesmeten.

Zijn groote donkere oogen staarden soms als in verwildering door de kleine, grijs-groenachtige ruitjes, zijn wangen werden opnieuw bleek en ingevallen, zijn magere handen schenen zich uit te lengen en als 't ware doorschijnend te worden, licht-bevend-uitgestrekt als ze daar lagen op zijn magere, knokkelige knieën.

koude knieën en koude armen!

O, maar u moet geen kromme knieën maken!

eene oude tooverheks, die zeker niet meer op haar ontvleesde schouders durft slaan, heeft haar rechter voet op haar linker knie gelegd en trommelt nu met rusteloozen ijver op haar vereelte zool.

Maar zijn logge knieën beefden,

Een oogenblik later lag een der mannen onder den anderen, hijgend, reutelend, spartelend, terwijl een marmeren knie zijn borst drukte.

Kom hier maar, op mijn àndere knie, bood Colosseros aan.

53 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  knieën