51 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden noten

Daar spelen de kinderen "begouretje" met groote noten;

Het zijn turksche melodieën met zeer bijzondere modulaties, en het gezang is werkelijk boeiend, zoo boeiend, dat wij de groepen volgen tot op het oogenblik, dat zij uit ons oog verdwijnen, altijd nog zingend en de echo's voortstuwend van hun trillers en hun hooge noten.

wellicht heeft hij onzen ambtgenoot ontmoet!"en een zilveren fluitje, dat om zijn hals hing, aan den mond zettende, blies hij een paar schelle noten.

maar als ik eenige noten aansla, kykt hy uit zyn luijers als iemand die zegt:

De mooie, groote noten en gave appels, waarvan zij Baba en ook Bobo had zien genieten, hadden haar in herinnering gebracht, dat ze in lang niets genuttigd had.

Kijk eens wat een mooie noten ginds groeien, en daar staat ook een groote, wilde appelboom.

wij spreken rijzen nieuwe noten.

"Vader, vader lief!" riep hij, "twintig goede noten!

Hij houdt de guzla tusschen de beide knieën, even als een violoncel, en begint met enkele hooge noten; weldra groepeert zich de schare om hem heen;

een pijp, tabak, een sleutel, een stukje worst, een perzikpit waarvan een fluitje was gemaakt, afgekloven schapecoteletten, drie versche noten en een ui.

Wanneer een opperhoofd, na een palaber, u witte noten zendt, is het een teeken dat hij uw vriend wil zijn;

Ze hadden meestal zóoveel noten op hun zang, betrachtten zóoveel voorzichtigheid, dat hij wel eens woedend had uitgeroepen: waarvoor ze hem dan wel aanzagen?

Bij harden wind vielen de zware noten dikwijls met donderend geraas bij dag en bij nacht op het zinken dak hunner woning of in de omgeving van het huis, waardoor het wandelen en het spelen van een kind daar ongeraden werd.

Ingeleid en van een aantal belangrijke noten voorzien door Dr. H.L. Oort (5e dr. 25/27e duizend)

De linker was nu vrij en kon een der gladde dikke noten bereiken, die door draaien van links naar rechts eindelijk losliet en in de holte van den gekromden elleboog terechtkwam.

zeide Haley, nadat beiden eene poos stilzwijgend noten hadden geplozen.

Talrijke kokosboomen verheffen hunne bladerkronen, waaronder de groote gele noten hangen, hoog in de lucht.

De linker was nu vrij en kon een der gladde dikke noten bereiken, die door draaien van links naar rechts eindelijk losliet en in de holte van den gekromden elleboog terechtkwam.

Klinkt reeds de toon zoo zoet, uw vroege jeugd ontschoten, Waarin verbeelding nog in 't licht der waarheid gloeit, Ontroeren ons reeds thands uw goddelijke noten, Waarmeê, in zoete smart, uw ziel te samenvloeit: O, wat bewondering zal dan uw deel niet wezen, Wanneer de wetenschap uw rijken geest beschijnt, Uw smaak veredelt en verfijnt, En uw ontwaakt Genie, in vlammen opgerezen, In al zijn kracht verschijnt!

zeide Marcel, terwijl hij uit zijn rokzak een handvol noten te voorschijn haalde.

Weinige plantendeelen zijn tegen zijne scherpe knaagtanden bestand; hij maakt zelfs de hardste noten

De eikels laat hij weeken in zijn krop, spuwt ze daarna uit en spalkt ze open; de hardschalige noten hamert hij met zijn krachtigen snavel stuk, hoewel dit niet zonder moeite geschiedt.

Fa, mi, la, sol," ging Schaunard voort, terwijl hij de heldere noten van de hooge octaven liet klinken.

Hij zocht zijn harmonica, zette zich op 'n stoel voor het venster en zóó, in zijn koel hemd, speelde hij een machtig lied vol zwaarstappende akkoorden, dressen van hooge noten en gedans van heldere middentonen.

Pallieter dat de zotte vogel meteen van de aangename waterlekken in zijn bek aan 't zingen was, zoo brobbelden, dansten en klotsten de klare noten in het rond.

51 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  noten