79 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden tent

Hij vond Lange-Antilope, zijn pijp rookende, in eene tent, nabij het venster zijner woning opgeslagen.

"Weet u niet meer, dat we eene tent zouden bouwen voor Mietje van Klaas Touw.

Den l8en smorgens waren doende met een groote tent te maken;

Te Grazak, ongeveer op twee derden van den weg, verbaasde het ons, eenige tenten van nomaden te zien en een boschje van palmen.

Als Uilenspiegel vijftien jaar oud was, bouwde hij te Damme, met vier palen, eene kleine tent op, en riep dat een iegelijk er zijn tegenwoordig en toekomstig gelaat kon afgebeeld zien, in een schoone lijst van hooi.

Met enkele zwarte tenten was dat fort de hoofdstad van het district.

De donkergroene helling van den Olijfberg was bezaaid met witte tenten, de tijdelijke woningen van de feestgangers.

Over Genua begaf hij zich naar Pisa, waar hij met de grootste geestdrift ontvangen werd door de bevolking, die hem behalve eene gift van zestigduizend gouden florijnen, eene prachtige tent aanbood, uit kostbare stoffen geweven en met goud en edelgesteenten versierd.

Even als de Laplander, woont hij in eene hoogst eenvoudige tent, die, vooral van binnen, dadelijk aan een indiaanschen wigwam denken doet: want zij bevat niets dan eenige huiden, waarop de bewoners plaats nemen.

De meest voorkomende van deze inrichtingen is de bodega, een soort van open tent, met een toonbank, waar wijn, bier, vruchten etc. te krijgen zijn, en waar men rusten en iets gebruiken kan.

Hij woont niet in een huis, maar in eene reusachtige tent, versierd met perzische en turkmeensche tapijten, met tropeeën van oostersche wapenen en soortgelijke zaken; met zijne hooge vorstelijke gestalte, zijn mannelijk schoon indrukwekkend gelaat, zijn prachtigen blonden baard, zou men hem, in deze omgeving, voor den beheerscher, den khan des lands kunnen aanzien.

Vóór drie uur was de geheele tent reeds bezet.

Eindelijk, een-en-dertig uren na ons vertrek van Amara, kwamen wij aan het kamp van Douéridj; men tilde mij van het paard en droeg mij in eene ruime tent, te midden van eene kudde lammeren.

Wacht maar, u zal eens zien, hoe 'n mooie tent wij zullen maken.

zoo ver in het rond, dat men in de naburige tenten 's avonds geen licht behoeft op te steken.

Ook de nederige tent van de waarzegster wordt niet vergeten, want ieder is begeerig te weten wat de toekomst hem brengen zal;

Ik sta thans zoo hoog boven de vlakte van den Tigris, dat ik, met behulp van een kijker, niet enkel de plek kan overzien waar eenmaal Ktesiphon stond, en waar nu de bruine tenten der Arabieren verspreid staan rondom het grafteeken van Salomon den Reine, den beroemden barbier van Mohammed; maar ook aan de overzijde van de blauwe wateren der rivier de lage heuveltjes of tumuli kan onderscheiden, de eenige overblijfselen van de stad Seleucia.

Vervolgens slaan we een tweede tent op, even groot als de eerste, in de kom op de plek, voor ons winterkwartier gekozen.

Bijvoorbeeld de grote prachtig versierde tenten die de Saracenen gebruikten en die nog in onze dagen tot de luxe-voorwerpen van het Oosten behoren;

Ieder hoveling heeft twee tenten noodig, een, waarin hij slaapt, en een andere, die vooruit wordt gezonden voor het kamp van den volgenden dag, en zijn domestieken moeten ook hun tenten hebben.

Nog ganse ontsteld, vreezend dat er dooden waren onder onze blanken, vloog ik naar de groote tent, waar wij den vorigen avond gedineerd hadden.

Het werd ook wel het rijk der gouden horde genoemd, omdat de vorstelijke tent der Chans, die zich in de hoofdlegerplaats "Saraï" aan de beneden-Wolga bij het tegenwoordige Astrachan bevond, met van gouddraad vervaardigde sieradiën bedekt en overtrokken was.

De middelste tent, als de eereplaats, was toegewezen aan Brian de Bois-Guilbert, wiens naam in alle ridderspelen, niet minder dan zijne betrekking tot de ridders, welke dezen wapengang ondernomen hadden, hem gereedelijk onder het getal der uitdagers, en zelfs tot aanvoerder had doen aannemen, hoewel hij slechts sedert korten tijd zich bij hen gevoegd had.

maar dit is niet het geval met velen, die voorloopig slechts lichte tenten hadden opgeslagen.

bijen drinken van zijn bloesems, allen verheugen zich in de sierlijke tent.

79 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  tent