19 Bijwoorden voor koesteren

Waren wij niet de eerste Europeanen, die de mastsjed Djoema hebben bezocht, dan zou de legende, die Shîraz tot eene moderne stad maakt, reeds lang als onwaar zijn verworpen; want het schijnt mij niet mogelijk dat deze steen, waarvoor de bewoners van Shîraz van geslacht tot geslacht zoo hoogen eerbied koesteren, op een goeden dag en met opzet van Persepolis naar hier zou zijn gevoerd.

Alle bedienden in huis koesterden denzelfden wensch en deden op hunne manier wat zij konden.

Het mocht van den Bosch gebeuren te ervaren, dat het cultuurstelsel voldeed aan de verwachting, die hij ervan had gekoesterd.

genoeg in de zon u gekoesterd, genoeg gezongen.

Daarom vindt iemand die hiervoor in het geheel geen belangstelling koestert, indien hij gelooft in menschelijke broederschap en willig is daarvoor te werken, een hartelijk welkom en een ruime plaats in de Theosofische Vereeniging.

Het was immers een dwaasheid zulke verheven wenschen te koesteren;

in het tweede zal hij insgelijks geen vermoeden tegen Amelia koesteren;

Marius' geest had, nopens dezen man,zooals men hem noemdenooit andere denkbeelden gekoesterd.

Omgeven door menschen tegen wie hij een gewettigd wantrouwen koesterde, trachtte hij aanvankelijk alles zelf te doen, maar hij kon de bezwaren niet overwinnen.

"Wenscht zij niets voor zichzelf, zij, een jong meisje, dat toch ongetwijfeld een tal van wenschen zal koesteren?

De laatsten zijn om deze reden vooral dien stand genegen, omdat zij gewoonlijk in hun boezem alle grieven uitstorten, die zij soms tegen hun mannen koesteren.

Tevens wordt de hoop gekoesterd dat de ontvouwde theorie suggestief genoeg zal werken, om aanleiding te geven tot zulke verdere studie en bespreking, waardoor haar dwaling aangetoond of haar waarheid bevestigd zal worden.

Een adder, die de borst waaraan hij werd gekoesterd vergiftigt, wordt in het vuur geworpen.

Zij gevoelde zich weldra geheel en al thuis in hare kleine wereld, waarin zij zich, bij de liefde voor heur man, koesterde als in een zacht egoïsme.

lolle-pot, een stoof met vuur, waarover men zich lui zit te koesteren:

Een nieuw huwelijk was tot stand gekomen, terwijl het verbond met Frankrijk hem de gelegenheid had geopend, de vrijheid der godsdienstige gedachte uit te roeien, waartegen hij ieder jaar van zijn verder leven steeds meer haat koesterde.

Zij verwachtte dat anderen de zelfde meeningen en gevoelens als zij zelve zouden koesteren, en zij beoordeelde hunne beweegredenen naar de onmiddellijke uitwerking hunner handelingen op haarzelve.

Daar zij nog weinig begrip van geld hebben, en een zeker wantrouwen koesteren tegen metaal zoowel als tegen papier, hebben ze allerlei dingen, die als standaard en waardemeter dienst doen.

Vooral de Strelitzen, die tot dusver de meening hadden gekoesterd, dat de heerschappij van den Czaar alleen afhankelijk was van hun trouw, waren ontevreden over de oprichting der poteschnie.

19 Bijwoorden voor  koesteren