10 Bijwoorden voor wassen

De schenkel met de knieschijf, een overblijfsel van 't kuitbeen, en een stomp van den voet, waar de teenen en het meest van den metatarsus aan ontbraken, lag wat lager, meest bedekt door kleine heesterplanten daarover gewassen.

Het was hem evenals degene, die een bergstroom over zijn landgoed heeft afgeleid, met de hoop van de wateren tot voordeel van zijn plantsoen en landerijen te zullen gebruiken, en die integendeel het nat boven peil ziet wassen en alle moeite moet aanwenden om niet zijn oogst onherstelbaar bedorven te zien.

Ik heb mede in het bedijken van de Beemster, en ook naderhand, niet kunnen bemerken, dat de grond iets lek was, zoodat het water nimmer gewassen of verhoogd is, als het niet regende.

Wij wassen nou alleen met oes beiden.

Niet overal wast edele en zachte wijn [204] om de zorgen te verdrijven en rijke hoop in de aderen te storten.

Dat jueg er met de peerde in de tente en der weer oet en dat zat op de peerde en stund op de peerde en danste op de peerde en soms wassen de peerde boven en dat wipte over vlaggen en deur hoepels met pampier beplakt en dat hoelde en dat klapte met de zwöppe........

De eene macht wast telkens aan, de andere slinkt weg.

" Evenzo noemen de heiligen der Kerk zich »de slaven Christi" en als die het water drinken waarin zij de melaatsen gebaad hebben, is dit een uiting van dezelfde perversiteit die zich in een zachte vorm vertoont waar een Duits minnezanger de kom leeg drinkt waarin de aangebedene haar handen gewassen heeft.

De Nijl begon wederom te wassen.

De reden daarvan lag geheel in de geaardheid zelve dier gewassen.

10 Bijwoorden voor  wassen