24 Bijwoorden voor zwemmen

Op den achtergrond, omstreeks twintig voet beneden het gewelf, en dertig beneden den beganen grond, ziet men een groot bekken vol frisch en helder water, waarin eene menigte kleine vischjes zwemmen, terwijl zwermen van zwaluwen in alle richtingen de grot doorkruisen en de ruimte vullen met haar vroolijk geroep.

Zelden zwemt zij bij den oever langs, liever gaat zij dwars door het water van den eenen oever naar den anderen.

Soms zwemt een Beer naar het voor anker liggend vaartuig toe;

Den naam "Bever" dragen zij niet geheel te recht, want zij gelijken door hun aard en door de wijze, waarop zij zwemmen, meer op Waterratten dan op Bevers.

Pas op, straks kunnen we nog gaan zwemmen om hem te redden.

Hij toont zijn bekwaamheid in 't loopen, springen, klauteren, potsen maken en desnoods ook in 't zwemmen.

En elders zwemt de inhoud van de bedstede, weer elders die van de linnenkast achter de ruiten heen en weer.

Ik heb opgemerkt, dat dit dier naar believen de voeten samenvoegtzooals wij onze handenen dan door het uitspreiden der teenen met hun zwemvliezen een vrij breede spatel vormt om ermee te zwemmen, evenals de visschen met hun staartvin.

"Kijk eens, George, zijn daar ginds geen jongens aan het zwemmen?

maar zij krijgt bovendien nacht en dag een buitengewoon voedzamen spijs, en zoo rijkelijk, dat zij er haast in zwemt.

als hij bedaard zwemt, geschiedt dit eerst met den eenen en dan met den anderen poot, bij snel zwemmen meestal met beide tegelijk.

het water schuimt en geraakt in hevige beweging; nieuwe kampioenen rijzen plotseling uit de diepte op, of komen zwemmend naderbij;

De slimme neger had het plan der muitelingen voorzien, dat ze namelijk naar de booten aan den achtersteven zwemmen zouden en op hem en Jack schieten, zoodra ze mochten trachten die langs zij te brengen en te verdedigen.

Zulke veranderde eigenaardigheden (zooals bijv. de zwemvliezen der pooten der nimmer zwemmende fregatvogels) vormen alsdan gebreken, welke echter veel minder zeker dan de hierboven gemelde op bloedverwantschap tusschen die verschillende diersoorten wijzen.

Toe, nonkel, lier mij nou zwemmen," smeekte Leontientje.

Twee leven er nog, die zwemmen thuis in de waschtobbe.

Er was geen enkel schip in het gezicht,daarvan konden de gevangenen zich overtuigen,ook geen land, waarheen zij zouden kunnen zwemmen, altijd in de veronderstelling, dat Robur geene pogingen zou aanwenden om hen weer op te vatten.

Toen sloeg zij trappend haar voeten in het water uit, want zij kon zoo goed zwemmen als de beste zwemmer op de kust, en wist haar oogen open te houden.

Het was een gejoel en gekibbel daar beneden onder dat zwarte volkje, om het eerst naar boven op het schip te komen, en dit geroezemoes werd nog versterkt door de tallooze kleine zwarte joggies, die soms geheel van de wal kwamen aanzwemmen, om een in het water geworpen penny van den bodem op te rapen.

Tom bemerkte die kwade teekens en beurde de zeeroovers op, zooveel als hij kon. Alles echter liet hen onverschillig, knikkers zoowel als het paardenspel en het zwemmen.

Hij voelde een stoot als van een stevige vuist in zijn rechterzijde, snelde verder, en sprong in het water, om naar den anderen oever over te zwemmen.

Een Duitsch hoogleeraar gaf onlangs aan hen, die zich willen traineeren voor bergklimmen, den raad om gedurende eenigen tijd elken dag minstens een half uur achtereen te zwemmen, daar bij zwemmen en bergstijgen dezelfde spieren in beweging komen.

Wij zagen ze door het glas zeer snel achteruit zwemmen en visschen vervolgen, de kleinere opeten, doch zelve wederom door de grootere verslonden, terwijl zij in onbeschrijfelijke verwarring de tien pooten bewogen, welke de natuur hun op den kop als een haarbos van slangen heeft ingeplant.

zij zwemt althans veel beter en steekt haar zwarte stamgenoot, naar het schijnt, ook in het klauteren de loef af.

24 Bijwoorden voor  zwemmen