24 Metaforen voor mond

Frankrijk had nog steeds de monden van den Mississippi in bezit, en hield dien grooten handelsweg praktisch voor de Amerikanen gesloten.

de batterijen vlamden, de heuvel beefde, al deze metalen monden braakten een laatste vreeselijk vuur;

O, die weters, wij weters, onze monden zijn maar dingen die spreken, waarmeê

type-kop: laag fronsvoorhoofd, diepe gluuroogen, kort kroeshaar, de neus snuivend, de mond dik sensueel

dat haar mond met op en toedoen, so een schielijke continueele beweginge hadde, als ik hier vooren geseit hebbe van de beweginge van het bloet:

Zijne blauwe oogen hadden een vriendelijken glans, en zijn mond was juist genoeg ingevallen om een allerinnemendste plooi te hebben aangenomen.

De mond heeft »zwellende" lippen die kussen uitlokken (küssenlîch, noemt Wolfram het), die glimlacht zoet, lacht liefelikmollia spondens risus noemt 't reeds een geestelike dichter van ongeveer 1100.

Er is geen belofte van lente in de lange witte gedaante van Yuki-Onna; haar mond toch is de mond des doods, en haar ijskoude lippen zuigen het hartebloed uit haar ongelukkige slachtoffers.

Haar mond is een nestje van glimlachjes!

De mond aan het vooreinde is omzet met een krans van bewegelijke, lange vangarmen;

De kus is het eerste zoete dat de geliefde te genieten krijgt, want het wordt door het schoonste deel van het lichaam voortgebracht,de mond is immers het orgaan van de stem, en de stem is de afschaduwing van de ziel;

Zoo waren zij al een heele tap gegaan, en Pallieter zijn mond was poederdroog van dorst, en hij had een verschrikkelijke goesting naar den smaak van bier gekregen.

Wat, die smerige paap, wiens mond een rioolgat was, vol drek en vol modder, en die steeds dorstte naar het bloed der hervormden!

Uw mond is rooder dan de voeten van hen die den wijn treden in de wijnpersbakken.

Haar mond was stom;

De mond is maar niet zoo een zwart streepje of een vlekje; hij heeft, hoe klein ook van afmetingen, eenen bepaalden vorm, en eenen vorm, die iets uitdrukt.

Toen sprak Tholomyès zachter, en 't geen hij op een geheimzinnige wijze zeide, scheen zoo grappig, dat de vier monden tegelijkertijd in een luid schaterend gelach uitbarstten, en Blachevelle uitriep:

Nou zag-ie precies in z'n dommel hoe d'r mond d'r uitzag:

De monden ademden vlammen, de gezichten hadden een buitengewone uitdrukking.

De mond was wijd open, de oogen ook, maar het licht scheen er uit geweken te zijn, een akelige bleekheid deed vermoeden, dat de dood nabij was.

Zij handhaafde hare autoriteit met een vreeselijk geweld en haar mond was telkens vol schrikkelijke woorden.

Zij voelde hare handen in de zijne, en toen zijn mond zijn zoen op hare hand.

Uw mond is veel zoeter!

Zijn mond was daardoor zóó vol, dat hij met den besten wil van de wereld geen woord kon uitbrengen.

24 Metaforen voor   mond