94 Metaforen voor weg

want de weg is vol afwisseling.

Deze kolonie is ruim acht mijlen buiten Jaffa gelegen en, ofschoon de weg allerbedroevendst was, bracht toch de geheele tocht ons een en al in verrukking.

De weg van Epernon naar Rambouillet is allerverrukkelijkst; hij loopt over eenige nog al steile hoogtens, door een schilderachtig landschap.

te meer, alsoo de weg gestooten en verdikte lugt, die geduurig tot syn dilatatie door het evenwigt der lugt bewoogen word, de Spieren 900 veel meerder komt aan te persen, om haar eerste en natuurelyke contractien, daar sy van selver ook nu toe bewoogen worden, weer te herneemen.

De eenige weg, waarlangs wij verder kunnen trekken, is het bed van de rivier, slechts weinige meters breed, en waarin het water zich met geweld een weg zoekt te banen tusschen opgestapelde steenblokken en twee hooge rotswanden, die zich aan beide zijden ten hemel verheffen.

Als het dan winter was, en de wegen begaanbaar waren, en ze zag veel wagens rijden, dan ging ze gauw een sneeuwstorm aanblazen, en torende de sneeuwhoopen zóó hoog op, dat de menschen maar met moeite 's avonds konden thuiskomen.

In 't overslaen van allerley begin Bedenckt' veel wegen, en gaet éénen in.

Haring, naar het Oosten wijzend, waar de weg naar Utrecht het meer begrenst.

Een heerlijke weg in een tamelijk ruim en met veel berken en essen begroeid dal, waar de Laera maar steeds in woeste drift den reiziger vooruit snelt.

Deze weg was van te meer belang, omdat een ander verdienstelijk Grietman, REGNERUS VAN ANDRINGA, van Lemsterland, welingerigte veerschepen had doen aanleggen van de Lemmer op Amsterdam, Zwolle en Kampen (1703), alsmede een postwagen van de Lemmer op Groningen en daarna ook op Leeuwarden (1740), waardoor hij mede het belang van eerstgenoemde zeeplaats, zoo veel aan hem verschuldigd, gelijk ook van Joure, als plaats van doortogt, bevorderde.

De weg, dien wij volgen moesten, was bergopwaarts en bij elke kronkeling, die hij maakte, zag ik het huis van vrouw Barberin, maar telkens al kleiner en kleiner.

Ik zal er in zoo groote menigte maken, dat gij uw terras daarmede bevloeren, de wegen van Grikwaland bestraten kunt, als gij dat zult willen!....

Al deze dingen zijn altijd bekend geweest, deze weg is altijd betreden door de weinigen;

laat niet te spoedig ons aan 't punt komen, waar onze wegen, die gij zelf gisteren hebt helpen bijeenvoegen, weder uiteen zullen gaan.

A. Neeë, jonge, davvur hoeve ze niks mear te paniere, want d'n weg zal uit zen aaige goed blijve, omdat er dan g'n gaote en kuile mar zulle gemakt worre.

Verrukkelijk zijn de wegen over de heide, zijn de boschwandelingen en zijn ook de zoo gemakkelijk te bereiken hooge punten, van waar men de heerlijkste uitzichten kan genieten.

Het pad is de oude weg naar Pisté, die nu bijna geheel is dichtgegroeid, zoodat wij achter elkander moeten loopen en niet dan met moeite voortkomen.

Maar de weg is niet het doel, doch het middel.

Ontelbare ijzeren wegen doorkruisen

Indien die weg ons niet doorlaat, welke moeilijkheden wachten ons dan niet, eer we de hoogvlakte bereiken?

"Nu voegt het dat onze weg zich een weinig draaie naar dat kwade beest, dat zich daar neerhurkt.

De wegen van het lot en van de grooten der aarde zijn duister;

In het begin is de weg tamelijk effen.

Het steunde tegen dat hechte steenen huis, 't welk te dien tijde een domein van Nivelles was en bij den viersprong staat, waar beide wegen elkander kruisen.

De lezer moet zich niet verbeelden, dat die weg een aangelegd gemeenschapsmiddel was; neen, het was slechts een pad, dat eer aan de hoeven der paarden of muilezels, dan wel aan eenige menschenhand te danken was.

94 Metaforen voor   weg