17 Collocaties voor duister

Als een monsterachtige hydra, in haar duister hol verscholen, knarsetandt en brult de oude titan bij iederen slag, die hem eene nieuwe wonde toebrengt: iederen duim breed gronds betwistende, trekt hij onwillig achteruit, al verder en verder wijkende in het ondoordringbaar ingewand der aarde;

Daar hij groeit uit de modder, en zijn steel door het water opkweekt, en er uit zulk een duister en slijkachtig begin een liefelijke bloem wordt voortgebracht, is de lotus vergeleken met een deugdzaam man, die in deze zondige wereld leeft.

gedoofd lagen de gronden onder het vuren van de lage atmosferen, asschig in de kuilen der dalen van duister vol, maar op de terreinen hoog, nog gevioletteerd, begloeid door het lichtrag uit den horizon.

Maar een dijk van opgestopt duister kwam verbijsteren zijn spalkstaren.

de motieven van Goethes figuren in het duister;

Het geheim van het duister was steeds nog in het Haagsche Voorhout, de zware boomen wilden den nacht behouden, doch daar in een onbewaakt oogenblik was 't het eerste zonnestraaltje, dat over 't mos schoot, en vol-uit volgde een bundel van rooden glans.

Immers ook de Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden hulde voor het overige het bestuur in een geheimzinnig duister, ook zij kende aan de natie geen meerderen invloed toe;

Ginder glinsterden de lichtende insecten in het duister, als wilden zij wedijveren met de sterren.

Zoo was het de gracht af, vager en doffer van aanslag, maar de ruit van Golconda ruwlijk versplinterd, met lichtende tanden, uitvretende brokken, met kankerplekken van duister en dikke striemen zwart, verstoorde kwaadaardig de drooming der huizen, brekend het tonig aspekt als 'n hysterische dierkreet 't manelicht-glanzen.

Wat leek het lieflijk-intiem en poëtisch: de eene kant in 't duister, de andere kant gansch tintelend-zilverwit, met den pikzwarten rechthoek, van 't klokgat, dat staarde als een oog in den glanzenden nacht.

Hij was haar liefde en levenslicht geweest en nu het voor altijd was uitgedoofd, zwierf zij in duisteren nacht als een verdwaalde rond.

Van de eenen, laat het weifelend licht der keersen, dat heure blonde lokken komt streelen, hare blauwe oogen in het duister, zoodat men er enkel het vochtige vuur in ziet flikkeren.

Een goedkeurend gemompel antwoordde hem. "En voor de kinderen die vrouwen zullen worden, zoowel als voor de kinderen die mannen zullen worden," zeide een stem uit het duister.

gezagvoerder in koor aanvielen: immers, de thee was ditmaal, meer dan ooit, dunne spoeling gelijk; en de lampen verspreidden, om zoo te zeggen, een stralenbundel van tastbaar duister.

De handeling der romance begint op een duister en onbepaald tijdstip, dat volgens de beschrijving, onmiddellijk valt na den dood van den Verlosser, toen er in Brittanje een Christelijk Koning leefde,

Men tast omtrent het aantal omgekomenen in het duister, doordien van de passagiers, die met deze schepen worden vervoerd, geen lijsten worden gehouden.

Dan, kunnen wij ons voorstellen, weerklinken in het half duister woeste vreugdekreten door gansch het vijandige kamp.

17 Collocaties voor  duister