10 collocaties voor hoesten

'n Groote donkere Jodenvrouw, met stekend-zwarte koortsoogen, leunde over de tafel en hoestte haar aanval uit, eer ze ons hijgend te woord kon staan.

En toen ik dat deed, hoorde ik de vriendelijke mevrouw James, die de goedheid en gastvrijheid in persoon is, hevig in haar zakdoek hoesten, alsof de leelijke tocht haar gevoelige keel had aangedaan;

Hij roerde wat aan zijne beenen en rechtte het hoofd als Doka weer begon te hoesten en uit zijn kleine zwartstriepte pinkers zag hij haar staan schudderen met de lanteern die ging uit hare handen vallen.

Toen begon ook een van die vuile ukkies met 'n harden woesten klank te hoesten, tot het van benauwdheid begon te huilen.

Hij woont nu in de oude hoekkamer," zeide de portier hoestend;

Hier richtte de goede Ritmeester zich op in den zadel, nam den hoed af en hield dien tusschen duim en wijsvinger, terwijl hij met de andere hand zich het achterhoofd wreef, zette vervolgens den hoed weder op, bracht de hand voorwaarts, rolde zich den knevel om den wijsvinger, hoestte, hemde en mompelde eenige reizen achtereen:

Soms blaast de schoorsteen plotseling hoestend en proestend een zwarte rookmassa uit, die over 't water blijft hangen en op onze gezichten zwarte moesjes plakt, die door de zweetdruppels veranderen in plekken, veel overeenkomst hebbend met inktvlakken.

Stil zat hij op in 't bed, het hoofd in de handen, hoestte krakend, maar bleef lodderig, met brandende oogen, tobben.

Ze hoestte vroom, en begon, na een lange pauze, aan 't tweede gebod.

Dat deed de jongen, en dadelijk hoestte de witte ganzerik een grooten wortel op, die in zijn keel was blijven zitten.

10 collocaties voor  hoesten