18 collocaties voor speel

Speel jy de rol, myn Heer, terwyl van Commissaris, Als ik voor Exploteur de rol speel;

"Speel uw spel."

»Neen,» zeide ik, »zulke deuntjes speel ik hier niet.

Neen, speel jij maar Erotium, en ik de matrona, de vrouw van Menæchmus.

Isengrijn teblouwen, So dat hem ghinc al uten spele; 1585

De lijst voor mijn benefiet; ik speel "Henri" in Laurierboom en BedelstafBalkon één gulden vijftig, Loge één gulden vijfentwintig, parterre één gulden.

Ik speel open kaart met u, omdat ik denk, dat gij mijn voorstel aannemen zult.

"Mylord en mijne heeren!" voegde hij er bij, "ik wil, dat gij volkomen overtuigd zult zijn, dat ik open kaart met u speel.

Met hout van vorig jaar Ontsteek het nieuwe, maar Grijp uw geluk met handen, Speel op uw luit een lied Dat voorspoed talme niet Maar kome onder 't branden.

Ik kom met luide muziek, met trompetten en trommen, Ik speel niet enkel de marschen ter eere van de overwinnaars die ieder toejuicht, ik speel ook de marschen voor overwonnenen en verslagenen.

ik speel paardje".

Kan je velen, dat ik piano speel?

"ik speel een schaakpartij met tien kansen tegen ééne, dat ik mat gezet worde;

"Lieve tijd Lizzie, wat speel je stijf en houterig;

Ge draagt een guitaar, speel daar eens een stukje op.

Want ik speel geen comedie.

Ik speel zooveel met kikkers, dat ik altijd een hoop wratten krijg.

Toe zeg, speel eens een vroolijk deuntje.

18 collocaties voor  speel