34575 voorbeeldzinnen met zei
Den volgenden dag, toen de bruiloft zou gevierd worden, zei de jager in den middag tegen den waard:
Toen keek ze, en herkende den vos aan zijn halsband, en zij nam hem meê naar haar kamer en zei:
"Ik zie d'm, gedoome", zei Jan, pratend met brom-stem door dichtknepen neus.
Sel me veter geve", zei Meijer, zoekend achter de benglende lip van z'n schoen.
"Doe j'm dich!"schreeuwde hij schor, maar Jan, koppig, wetend dat de menschen-van-boven-het-pakhuis geen deur op de plaats hadden en overhoop leien met die van benee, zei alleen maar brutaal het manshoofd besarrend:
"Je ken 'm zoo bèst vrete", zei Jan, maar Saartje, 't hoofd met de zwarte krulletjes gebogen, spoegde witte schuim-propjes op 't rood van den appel, wiesch 'm na met 'r hand dat 't kringelend slijkte, droogde sekuur met 't grijs van 'r rokje, tot de appel rooderig-glom.
" "'t Sijne geen sweere", zei Meijer:
Die zei nog geen woord, net as jouw broertje
" "Nou òf", zei Jan:
Wou dat 't zòo gebeurde", zei Meijer, kijkend de muren langs naar d'opperste ramen, die zwakjes zon-zilverden.
Dat zei ze telkens weer, tèlkens, met aarzlende tastende stem.
Soor hoofdschudde het éerst, zei rekkend:
Nòg!" zei Dovid met raspen van verveling.
Het kind liep op 'm toe, nam z'n hand, zei helder:
"Onzin," zei Moppes.
"Adenoj, wad-'n slag!", angstig zei Hes.
Wou dad-je d'r nachwerk van had", zei Essie:
"Je doeit 't", zei Suikerpeer:
"En vàder?", zei Rebecca,
Met groote moeite, de woorden uitblazend, zei Dovid: "Nieuws!
" "Winne?", zei Eleazar, schrikkend.
, zei hij, pogend 'r op te vroolijken:
" "Waar?", zei hij, verwonderd dat ze niet luisterde.
" "Wat hellept smoeze?", zei ze verveeld:
zei hij, "woon je hier?