23 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden zintuigen

de overige zintuigen zijn zwak.

Het heeft zeer scherpe zintuigen.

En van de door erfelijkheid medegedeelde scherpte der verschillende zintuigen leveren onderscheidene volkeren,van een aangeboren verschil in accommodatie-vermogen van het oog talrijke familiën, bijzonder in de steden, het overtuigendst bewijs.

Om zonder een spoor van zonneschijn en bij volstrekte windstilte met zooveel zekerheid voorwaarts te komen, moesten deze menschen werkelijk met een zesde zintuig begiftigd zijn.

Men moet ze ruiken, en de reuk is een bijzonder zintuig, dat het gehoor en het gezicht steunt.

De menschelijke zintuigen zijn toch zeer onvolkomen, als men ze vergelijkt met het scherpe waarnemingsvermogen der dieren, die geheimzinnige gave, welke wij met het niets beteekenend woord "instinct" aanduiden.

Maar waar een vreemdeling geen achterdocht zou gekoesterd hebben, daar hadden de geprikkelde zintuigen en het natuurlijk instinct van den Indiaan een voorgevoel van een ophanden zijnd gevaar.

De Skunk is wegens de onbarmhartige wijze, waarop hij een van onze gevoeligste zintuigen beleedigt, reeds sedert langen tijd goed bekend, en doet ook thans nog in alle reisbeschrijvingen van zich spreken.

Dankbaarheid bezielt den natuuronderzoeker en den denker jegens de eerste oogen, thans versteend, die hier op aarde geopend zijn, jegens de eerste wezens, die gesidderd hebben bij het geluid van storm en donder, en getracht hebben te schreeuwen; want aan hen hebben wij onze heerlijke zintuigen te danken.

Inderdaad, van alle vroegere beschavingen is ons beeld serener geworden dan voorheen, sedert wij ons meer en meer van het lezen naar het kijken gewend hebben, en het historische zintuig steeds meer visueel is geworden.

Dit hoogere zintuig is evenwel zoo levendig en helder in mijn binnenste, dat het de grond van mijn wezen uitmaakt;

hoogstens kan men toegeven, dat dit onophoudelijk vervolgde dier zich zeer goed weet te voegen naar de omstandigheden, hoewel hij in dit opzicht niet bekwamer is dan andere dieren, die met behoorlijke zintuigen begaafd zijn.

In plaats van zijne oogen, deze zoo onontbeerlijke zintuigen, rust te gunnen, ging hij voort met, als voorheen, van het opgaan der zon tot op den middag te arbeiden.

Mijn opgewekte zintuigen waren tot het uiterste geprikkeld en gescherpt en 't zou mij welkom zijn geweest als er nu plotseling met mij iets was gebeurd;

het middelpunt van het gevoel is de hersenen, vanwaar de zenuwen ontspringen naar eenige bijzondere zintuigen.

Om 't prat zintuig te paaien.

Onmiddellijk sloot de reeks zich en stond elke lynx als een standbeeld met zijn stompen neus in een geur uitstralende hoefprent, om er met zijn botte zintuigen achter te komen, wat daar juist langs was gegaan.

De meesten daarvan bedriegen slechts in schijn de sterfelijke zintuigen door het spel der verbeelding, zooals bijv. het omlaag halen der maan ...

Maar zijne stoffelijke zintuigen bedriegen hem zeer dikwijls, en dan moet hij, eeuwen lang misschien, de dwaling van een oogenblik betreuren en er voor boeten.

Nemen ze bepaalde herkenningsteekenen te baat om zich te oriënteeren, of wel bezitten ze dat bijzondere en nog weinig bekende zintuig, dat wij aan sommige dieren toeschrijven b.v. aan zwaluwen en duiven, en dat het zintuig voor de richting genoemd wordt?

ook vindt hij, geholpen door zijne voortreffelijke zintuigen, weldra een stuk wild:

De voortreffelijkste zintuigen van de Katten zijn ongetwijfeld die van het gehoor en van het gezicht.

Natuurlijk zijn er geen wegen of paden in dit bosch, en men heeft met recht opgemerkt, dat de Indianen, om in deze wouden den weg te weten, een eigenaardig zintuig moeten hebben, dat ons ontbreekt, een soort van instinkt als dat der postduiven.

23 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  zintuigen