771 voorbeeldzinnen met pan

Gij zult een goede klont boter in de pan moeten smelten, want ik houd niet van saus met ijzersmaak.

hier maken ze sausen, dat men er de pan bij zou opeten.

En de hesp siste in de pan en de worsten insgelijks;

Hij deed het bed verwarmen door zijne dochter, die, zoodra zij den prins hoorde bovenkomen, ijlings de vlucht nam, en de prins vroeg waarom men de pan uit het bed had genomen.

de pan werd over het vuur gehangen ... en weinige oogenblikken later zat ik met mijne nieuwe huisgenooten aan den disch.

Neemt het Theeblad van de bovenkamer, zet er behalve het gewone theegoed een stuk of wat bier- en wijnglazen op haalt uit de keuken een vertinde pan en een talhout benevens de blikken theestoof.

Laat moeder met de eene hand op den bodem van het botervaatje slaan en met de andere, met 't talhout op de vertinde pan, dan kan zij van tijd tot tijd de blikken theestoof met den voet omschoppen, terwijl de loopjongen, aan de voordeur, de winkelschel zachtjes laat bellen.

Hoort, Jan, geef me maer al om te beginnen, ene wis buekenhout in klompekes, 'en dozijn flesse' wijn, 'en fles kwak, 'ene koekpot vol spijs en 'en goêi pan om mijn koeken in te bakke'.

Hij zette dan zijn pan op 't vier en hij lapte daer 'ene' goeije pollepel spijs in.

gelijk hem nou weer op 't vier stond, valt er in eene' keer iet uit de schouwen pardoef in zijn' pan, en de koek in d'asse!

Zal maer 'ene' nieve pollepel spijs in de pan doen, op goê val hetd uit.

Jan die laet de' steel van de pan los en hij pakt dat dink op, dat uit de schouw gevalle' was.

reessel beenen uit de schouw, en pardoef in Jan zijn pan 'en de koek in d' asse!

Ja, maer hetgeen dat in zijne pan gevalle' was, ware zoo allemael beentjes aen 'en koor geregen en het was 'en ruggraet van ne' mensch.

Hij gink gestoord bij zijne pan zitten en sloeg er van tijd tot tijd 'ene' nieve' spijs in, maar iedere' keer dat hem de' koek wilde-n-uit de pan neme', viel er 't een of 't ander

Hij gink gestoord bij zijne pan zitten en sloeg er van tijd tot tijd 'ene' nieve' spijs in, maar iedere' keer dat hem de' koek wilde-n-uit de pan neme', viel er 't een of 't ander

hier wird's ein pan!

Herodotus bij voorbeeld vertelt, dat Pan en andere op een bok gelijkende goden, met een rijkelijk symbolisch vertoon en pompeusen ritus, als goden der voortbrenging en vruchtbaarheid, vereerd werden.

Of een offerplaats voor Diana, of Pan, of een der boschgoden, luidde het antwoord in de Hebreeuwsche taal.

"Vuur!" zeide toen Ricardo: en: pan!

Zij nam toen met de punt van een mes een stukje boter zoo groot als een noot en legde dit in de pan, waarin het dadelijk sissend smolt.

Maar ik dacht er niet langer aan, want vrouw Barberin had den lepel in den pot gedompeld en liet een breeden stroom van het witte beslag in de pan vloeien, en dit hield mij te veel bezig om op iets anders te letten.

daar viel een heel menschenbeen door den schoorsteen in de pan, ende koek lag in de asch!

een tweede been plofte in de pan, en ... de koek lag weer in de asch!

Hij gooide het been bij het andere en ging weer aan 't werk, ongelukkiglijk met hetzelfde gevolg, want nu viel er een menschenarm in de pan, en de koek was weer om zeep.

771  voorbeeldzinnen met  pan