Het was een somber uitziend man met zeer lange beenen en armen, hetgeen hem iets orang-oetang-achtigs gaf.

Misschien treffen wij nog wel eenige van die hagedissoorten aan, die de wetenschap weder heeft weten samen te stellen uit een stuk been of kraakbeen.

En ze scheen waanzinnig en, razend en knarsetandend, reutelend als eene zieltogende, zuchtend van de bittere smert, die dorstte naar weerwraak, beet zij met het ijzer den gevangene in zijne armen, in zijne beenen, in zijn lijf, overal, doch vooral in den nek; en telkens dat zij het ijzer toedrukte, sprak zij:

Met het krieken van den dag waren wij weder op de been; in vluggen tred daalden wij van den Hörnli naar de hutten van Buhl, en vandaar naar Zermatt af.

En dan zoo'n pijn in mijn beenen.

Om korter te gaan: ik stapte van de trede, viel eerst bijna in de armen van een geknevelden heer, met een stijf been en gelen rotting, die de bleeke dame afwachtte en, bang zijnde dat iemand anders haar de hand toesteken zou dan ZEd.

Maar de qualiteit van zijn hersens scheen niet geëvenredigd aan de lengte van zijn beenen.

* Bedenkt gij dat we u zullen scheure' uiteen, Zenuw voor zenuw, been voor been, als vuur Vretend in u?

Maar dat ging spoedig over, en Jantje voelde zich al weer wat lekkerder worden, toen hij opeens een onaangenaam gevoel langs zijne beenen kreeg.

Haar wit lichte hemdje viel in rechte plooien nederwaarts, gansch wit waar het haar lichaam niet raakte, en bleek koraal-rozig doorglanzend op den klein-dubbelen boezem, op de heupen, op de beenen.

Het blok aan zijn been was te zwaar, en de Juffrouw begon eindelijk te begrijpen, wat er aan de hand was.

Hoe dankbaar is mijn kleine hond Voor beentjes en wat brood!

En er blijft geen steen uwer huizen over of geen splinter van uw verdoemde beenen, die zoo haastig naar die vervloekte Calvinisterij en predikanterij liepen.

Zij schijnen stellig van plan, een aanval op onze beenen te doen; maar zij ontvangen van hunne meesters eene kastijding, die hen doet besluitenzij het ook onwilligeene meer vreedzame houding aan te nemen.

Het is de afdruk van een houten been.

't Water droop hem uit zijne Zondagsche broek langs zijne dunne beentjes naar beneden.

Ze is nu mager, tenger meisje van hoogstens 13 of 14 jaar met hetzelfde wassen gezichtje, met dunne armpjes, met magere beentjes.

Pols evenwel had wat ligtheid in het hoofd en loomheid in de beenen;

Een kapitein met een schot door het been werd b.v. bijna vijftig uur ver door enkele soldaten zijner compagnie gedragen, tot een generaal zich over hem ontfermde en hem opnam in zijn rijtuig.

Zoodra echter een neuswijze, kleine jodenjongen zijn hand uitstrekte, om den zilveren knop van mijn rijzweep te bevoelen, sloeg mijn mokhasni, die tot nu toe onverschillig naast mijn kleêren op het zand had gezeten, met de kolf van zijn geweer tegen het been van den knaap, zoodat de arme zondaar op het zand viel.

die moet hem daar zien staan, zwaar 't krachtige lijf op korte, stevige beenen, den kop met de kleurwisselende kijkers en de woest naar achteren gevaagde manen:

De ruime plooien van hun badkleedjes verrieden de bevallige lijnen van hun beenen.

IJzeren platen op benen en billen, een schild of beukelaar waarop het wapen geschilderd was, een lange speer of lans en een groot slagzwaard of een degen.

De talrijke assegaaien, die ik had meegebracht, stelden mij niet schadeloos voor het verlies van mijn eigen wapen; maar sommige ervan waren mooi, wel vier meter lang en uitloopend in punten van been of van ijzer.

Victor steekt zijne hand onder de tafel en nijpt in de beenen van Edward; doch deze durft zich niet roeren.