175 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden zon

De ondergaande zon had de bovenste ruiten van het huis tegenover gesmeed in vurig goud.

Het ware beter, wanneer gij dagen lang in het zadel gezeten hadt en gereden waart door de felle zon, en geesten liet klagen bij kille lijken, en vechtenden Hunnenvrouwen smaad hadt bereid, en Atli naar een slangengraf gesleept hadt, waarin gij nu wordt geworpen.

De volle zon botste er op, en tranen liepen uit Pallieters oogen van het danig licht-geweld.

Zij kuischten nog salaad, sneden de bloemkoolen, liepen overend'weer om dit en om dat, en de stille noenuren gingen vol warme zon over de vruchtbare wereld.

Den volgenden morgen werden wij, half bevroren door de zeer scherpe lucht, wakker door de stralen eener heldere zon.

dat is uw glimlach, Nele, frisch als het krieken van den morgen, zacht als de straal van de rijzende zon.

We schromen, als we het naderen, om de gedachte uit te spreken, doch ze laat zich niet terugdringen: dit kunstgewrocht is het afscheidslicht, dat eene ondergaande zon nog gaf.

In het oosten was een zilveren hemel, waarover de gouden zon scheen, en in het westen was er een gouden heuvel, waarover de maan haar zilveren licht uitgoot.

De arbeiders die een enkel uur werken in den wijngaard in de koelte van den avond, krijgen volmaakt hetzelfde loon als zij die den geheelen langen dag onder de heete zon hebben gezwoegd.

De meerle vloog nu in den hoogsten boomtop en zong in korte, innige melodieën tot de dalende zon, als wilde zij toonen welke zang hier paste, in de plechtige avondstilte, bij de zachte begeleiding der vallende droppen.

O stede- en vaste oude meuniksmoffen wat schijnt ge mij een beeld van veile vastigheid; de vlaamsche vuist heeft u eens in den leest getroffen, u in de scherpe zon te droogen uitgeleid; het angstig vier heeft u nadien opeengestapeld, gebakerd ommentom uw leên en sterk gemaakt, totdat gij een en al. . . . . . .

De verspreiding van de blauwe zon en der gekleurde lichtschijnsels in de schemering over de oppervlakte der aarde in 1883.Reizen van de blauwe zon over de wereld.

waar de grond niet is bedekt met eene vuile laag van modder en roet, en Gods lieve zon niet schuil gaat achter stinkende kolendamp.

Na de Beurs, als het in de jonge zon oplevend witte kleinen steenen veld van den Dam zich om hem heen uitstrekte, terwijl zijn zintuigen links en rechts door de glinsteringen en het gedruisch van de omgeving werden aangedaan, gebeurde zijn groote aarzeling.

Het was de zang van de nieuwe zon, de eerste stemme van de naderende Lente!

De meesten onzer zijn bekend met de Japansche vlag, waarop een roode zon op een witten achtergrond is geschilderd, en onze eerste gedachte is natuurlijk, dat dit zinnebeeld oorspronkelijk samenhing met de Zonnegodin.

Zoo zijt gij schoon, ganschelijk in de panne en in het goud, lijk eene zon op de sneeuw!

Waar de duinen beginnen, staat de forsche boer met donkeren ringbaard, die mij zooeven vriendelijk groetend den weg wees, in de stralen van de dalende zon bedaard zijn hooi te keeren.

en dit te meer, naarmate het duidelijk werd dat de nieuwe uitvinding, hoe nuttig en belangrijk ook in menig opzicht, toch geene enkele der groote verwachtingen zon bevredigen, die zij aanvankelijk had opgewekt.

Toen kon de vroolijke zon zich niet langer goed houden en verborg het aangezicht achter een wolk.

" "Ja," zeide de wapensmid, met een spottenden lach, "en zij waren allen geroosterd als bokking van de blakende zon, gelijk wij zoo meteen zijn zullen.

Ze worden prachtig door de ondergaande zon verlicht, en in de diepten liggen zware donkere schaduwen van blauwe tint, die den naam van Blauwe Bergen verklaren.

Het had des nachts hard geregend; we hadden den vorigen dag ook eene korte maar krachtige donderbui gehad, de stof was weg en een heerlijk zonnetje scheen;

Daar zag Dolly op een hoogte een schoon, groot, bijna reeds voltooid gebouw, dat in de helle zon schitterend uitkwam.

"Mor da's veur later!" zei hij, en hij liep terecht in de vette weiden, overgoten reeds, van zware, sterke zon, en bevlekt met bruine, witte en zwarte koeien.

175 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  zon