8111 voorbeeldzinnen met kerk

Bij de Nieuwe Kerk in den Haag zat in mijn jongen tijd een oud vrouwtje, met vijgen en zoo; ik kwam daar dikwijls voorbij en moest dan denken aan een klein meisje, dat mèt haar zat.

En dan zou je de kerk gelijk kunnen geven.

, als of het uwe moeder waar; meer eisch ik niet van u. Ga je wel in de Kerk, Kind?

Als ik t'huis kom, zal ik je alle Zondag afhalen om ter kerk te gaan, want ik ben nog zo een oud Hollands man;

Ik versta weinig Fransch, maar als je evel toch altemet eens naar de Fransche Kerk wilt, dan zal ik, uit pure inschikkelykheid, met je gaan, en denken:

haar overgrootvader was al een styl van de beurs, en een pylaar van de kerk: en, schoon zy geen geld heeft, dat by Hendriks te pas komt, zy is echter een schone party; en zy is een heel mooi meisje ook; en zy heeft, mag ik zeggen, alles geleert; en zy speelt immers kapitaal?

Myne gehechtheid aan de Leerstukken der Publique Kerk is, ja al zo sterk als de zyne aan het Luthersche geloof zyn kan, en daar hoop ik by te leven en te sterven: amen!

"dat ik besluit om myn kind nooit buiten myne Kerk te zullen uittrouwen?"

ik ga, als ik t'huis ben, alle Zondag in de ouwe Kerk,niets voor myn neus kryg, dan wat scholastiek

Doch hy moet niet vergen, dat myn Saartje van haar Gereformeerde Kerk afwykt.

Hy moest ook niet leggen te choqueeren op myn Kerk, of hy zou zyn man aan my vinden.

Laatst nam ik het mee in de Kerk, en las het driemaal heel aandagtig, om dat ik den Dominé niet zien, noch horen kon, zo vol was de Kerk, en dat is tog mooi; en nu sla ik een reisje over, om aan u te kunnen schryven; want wie weet, of deuze Brief in veertien dagen nog vol is.

Laatst nam ik het mee in de Kerk, en las het driemaal heel aandagtig, om dat ik den Dominé niet zien, noch horen kon, zo vol was de Kerk, en dat is tog mooi; en nu sla ik een reisje over, om aan u te kunnen schryven; want wie weet, of deuze Brief in veertien dagen nog vol is.

Als het eens jou uitgaans dag is, zendt my dan een kruijer, dan zal ik t'huis blyven, als ik uit de Kerk kom, en wy willen weêr eens heel veel praten;

Mevrouw Buigzaam was met de jonge Juffrouwen naar de Kerk, en Juffrouw Hertog op haar gezelschap.

De Kerk ging uit, en wy veranderden van discours.

En zo ging ik daar van daan, zo gesticht, of ik in de Kerk geweest was.

natuurlijk niet in de kerk, maar in de kerk denken ze niet.

natuurlijk niet in de kerk, maar in de kerk denken ze niet.

Het is voor den geloovigen katholiek die de eenheid der kerk bewaard wil zienen

juist dit is de eisch van 't katholicismusde vraag niet, of zekere persoon dien men paus maakte, dwalen kan, maar: of men niet tot handhaving van dien eigenaardigen eisch der kerk, behoefte heeft aan ...

Een eindje voorbij de Roomsche kerk, die aan het einde van het dorp stond, was de timmerwinkel van baas Meijer, bij wien Jans grootvader vroeger gewerkt had.

De aartsbisschoppen van Embrun hadden bij herhaling, maar te vergeefs, gepoogd, hen door overreding in den schoot der kerk terug te brengen;

de aanhangers der grieksche kerk schatte hij op niet meer dan een tiende van het geheel.

Men gaat naar de kerk, omdat het nu eenmaal zoo behoort, en omdat men doen moet, wat volgens de traditie altijd gedaan is.

8111  voorbeeldzinnen met  kerk