ik ben volslagen blind.

Dan zwijgen plotseling, dan huilen al de koren Der Engelen, van druk en medelijden, om Den blinden afval van 't gezaligd Engelsdom.

uwer behoudene aankomst te Babylon ontvingen, werd Amasis blind.

Ik zegblind, mijn blind kind, mijn arm blind kind!

Maakt de boekweit blind.

Broêr, sijn blinden Broêr, behaelt!

Meer dan de aardgeboren liefde Is 't, die me aan uw leven bindt, Liefde kent een gouden daagraad, Na den middag d'avond vindt, Alles, alles is verganklijk, Maar ik weet dit *Eéne* onwanklijk Licht dat zelfs geen doodsnacht blindt.

Zij ziet niet met het oog, maar met het hart, Van daar is ze in haar oordeel vaak verward, En daarom heet de God der liefde blind, En is zijn beeltnis een gevleugeld kind, Dat onbesuisd, niet ziende, in 't wilde vliegt

Wij hebben behoefte aan een nieuwe afbeelding van onzen overwerkten blinden god,dik, vet, volgepropt met lekkernijen door de arme aanbidsters, zoolang gedwongen haar toewijding te betalen met zulke lage middelen.

als sij nu alsoo ontrent twee glaesen een weynich after wt gelegen hadden, soo hijsten sij gelijckelyck haer marsseylen, namen haer schooverseyls in den bant ende pudsden haer blinden op, ende quamen soo alle gelijck op ons aff, waerom wy oock vaste rekeningh maeckten;

De drukke Loki, die van ouds verleidt, Gaat voorwaarts onophoud'lijk, vat altijd Des blinden moord'naars hand, wiens vlugge speer Doorboort jong Balders borst, die zon van Valhal's sfeer.

Wie dat opmerken niet wenst, moet dan maar bidden, dat Onze lieve Heer zijn kind blind maakt, en wie het denken en oordelen niet begeert, moet eigenlik verdrietig zijn, dat zijn kind niet idioot is.

Het al te sterke licht schijnt Serafijnen blind.

Hier stiet ik op eenen hoogen, blinden muur en werd gedwongen, terug te keeren om eenen

Heur hooge nis in de hal stond blind, Heur voetstuk leeg;

Gij ontwaart hier weer, gelijk menigmaal, hoe de verstandswaan der zoogenaamde regeerkunst het oog blind maakt voor den eenvoud der nuchtere redeneerkunst.

Want zulk een aanblik blindt eens vaders oog;

een heelen avond zoo 'n glimlach van duf-verstarde vrindelijkheid, van weldoorvoede, zich rustig-veilig voelende eigenwijsheid, dat was om maar liever een poosje blind te zijn!

ouden blinden reus dien hij voedsel misgunt en tegen wien hij minne streken uithaalt om hem door angst tot het Christendom te drijven".

"Van één soort met de ziende blinden zijn zij voor wie de jagt boven alles gaat, en wier gemoed, beweren zij, door een niet onder woorden te brengen gevoel van welbehagen overstroomd wordt, wanneer zij de verfoeilijke melodie der waldhorens of het bassen der honden vernemen.

Parijschen steenweg een twaalftal blinden.

Parijschen steenweg een twaalftal blinden.

Zóó blind, zóó onverzettelijk bleven 's lands Regenten, die echter reeds den volgenden dag al onthutst waren over »de verandering der gedaante van zaaken door de rampen des Oorlogs," waarom ze den predikanten bevolen te bidden, »dat God den bloedigen

Wy gaen van blad tot blad, van daer de Son begint, Tot daer sy slaepen gaet, en laet de wereld blind:

Smart is een wijle blind, en zoo was mijn': Niets wat er leeft wensch ik dat lijdend zij.