238 Werkwoorden voor het woord halzen

zooals vroeger, op de knieën gesprongen en had haar arm om zijn hals geslagen.

't moed' in is geswommen, En ons vernuft beswijmt, gelijck die, hoogh geklommen, Met schrick te rugge sien, en weten niet waer heen, Om hals en been geheel te brengen naer beneên.

om haar hals droegen zij een ketting van beurtelings langwerpige en ronde peperzaden; op haar borst hing de slagtand van een wild zwijn;

En terwijl ik nu en dan iets opteekende, merkte ik dat hij zijn hals rekte, en over mij heen naar buiten koekeloerde.

Zij zag zijn hals met het diepe kuiltje aan den boord, zijn ooren, die zoo mooi dicht aan zijn hoofd stonden, zijn rechte neus, het fijne rood van zijn wangen, zijn haar, dat even mooi zat als altijd.

Het was een heerlijke avond zoo warm, dat hij zijn jas over zijn arm nam, en zelfs de zijden das niet om zijn hals sloeg.

op een musquetschoot na bij 't opperhooft comende, deden haer elcq een ysere ketting om den hals, waer onder aan een groote bel (gelijck de schapen in Hollant om haer hals hebben hangen) vast hing, wierden soo al cruijpende langs de aerde voorden veltoverste met het aengesicht opde aerde neergesmeten, ende dat met soo een geschreeuw van 't crijgsvolcq dat 't schrickelijck was om hooren;

zij had Mathilde om zijn hals gelegd en van voren in zijn jas gestopt, boven de bovenste knoop.

Vervolgens maakte hij een houten bakje, hetwelk hij met een oude koord om zijn hals hing, en hij kwam op de markt met het bakje vol roode en groene zakjes, 's Avonds stelde hij een keersken midden tusschen de zakjes, om ze te verlichten.

het is hier zoo donker, dat men hals en beenen breken kan!

de postiljon verloor zijn tegenwoordigheid van geest, en in plaats van zijn paarden des te steviger vast te houden, poogde hij af te klimmen en tuimelde hals over kop in 't zand: de paarden, schichtig geworden, sloegen aan 't hollen en waren niet door de inmiddels afgestegen dienaars te wederhouden.

En er waren er ook, die lief, goed en moedig wilden zijn, en hun halsjes rekten om in haar kelk te zien, opdat ze haar zouden kunnen verdedigen, als ze haar eerst begrepen hadden.

Maar het barstte niet en de waaghals kwam behouden terug aan den oever en lachte ons uit en vroeg ons of we soms een varkensblaas om onzen hals wilden binden, zoodat we niet zouden verdrinken als we doorzakten.

Door den bouw van den romp wijkt dit dier minder dan de overige soorten van zijn familie van de Zeehonden af, toch kan het er, evenmin als deze, mede verward worden; want behalve aan den karakteristieken vorm der ledematen is het gemakkelijk te herkennen aan den langwerpigen kop en langen hals en aan de fiere en gebiedende houding, die het aanneemt, als het in een toestand van opgewondenheid verkeert.

de ladder brak, en hij viel hals over kop in den vijver, die zestig voet daar beneden was.

de kop is door een korten, dikken hals met den romp verbonden;

Als ze zich aankleedde, bleef ze vóor den spiegel een lange stonde de malsche sierlijkheid van haren blooten hals en de ronde blankheid van hare armen bewonderen.

Zij strekten hunne lange halzen vooruit, openden den mond, draaiden de ooren achteruit en stoven zoo voort, terwijl zij met alle kracht gespoord en gekarwatst werden, om hen tot de grootst mogelijke snelheid die zij ontwikkelen konden, te brengen.

Doch zij vloog om zijnen hals en sprak:

Zij omarmde hem en bedekte zijn hals, hoofd en handen met kussen.

hare mollige armpjes niet meer om zijn hals had gevoeld,dan zou de dood hem welkomer zijn geweest.

"Och moedertje, wat spijt me dat voor u," zei ze, haar arm om haar moeders hals slaande en bij haar neerknielend.

De nauwheid van het witte plooisel maakte haar hals een beetje rood.

Zij had een grijs japonnetje aan, tot op den grond, zonder sleep, met smal zwart fluweel lint afgezet, en dat in een eenvoudig plooisel haar hals omsloot, nog een oude jurk van haar laatste kostschooljaar;

Wat let mij, dat ik u op staanden voet hals en beenen breke?

238 Werkwoorden voor het woord  halzen