45 Metaforen voor deuren

Nu echter eenmaal voor de vrouwen en hare afstammelingen de deur wagenwijd was opengezet, en het dus van het toeval zoude afhangen, welk vreemd huis binnen korteren of lateren tijd over Nederland zoude geroepen worden te regeeren, kon door de inachtneming van dat artikel dit bezwaar worden getemperd.

Deze gemeene deur en dit fatsoenlijk, hoewel vervallen venster, welke men aan hetzelfde huis zag, waren als twee ongelijke bedelaars, die, met verschillende uitdrukking, onder dezelfde lompen samen zouden gaan, en waarvan de een altijd een schooier, de ander een edelman is geweest.

De deur is van cypressenhout en bekleed met kunstig geciseleerde zilveren platen.

Elken dag de deur uit en met allerlei vriendinnen in de weer!

Bij nadere beschouwing bleek het hem, dat deze deur geen eigenlijke deur was.

Langzaam liep ze den hoek om, het verboden terrein voorbij, toen zij eensklaps de deur van den winkel rinkelend hoorde opengaan en Everts blijde kinderstem hoorde roepen:

De deuren en lambrizeeringen van het vertrek waren eveneens van eikenhout, terwijl het plafond beschilderd was met een groot, half uitgewischt medaillon, waar men nog een vaag tafereel van nimfen en cupidootjes onderscheidde.

De deuren zijn kleine, vierkante gaten, zoowat een voet

Toen werd de deur open gestooten en onmiddellijk weder gesloten, nadat de twee wolven naar buiten geduwd waren.

aan een paar, met name aan die van Sint-Theodorus, zijn de deuren bij wijze van hoefijzer gewelfd.

De blijdschap van onzen reiziger verminderde spoedig, toen hij bemerkte, dat hij er nog weinig bij gewonnen had, met zich buitenshuis te bevinden, daar de deur, welke hij uitgetreden was en dadelijk achter zich had dichtgetrokken, nergens anders heenbracht dan op een steigertje, dat tusschen hooge muren aan den kant der stadsgracht gebouwd was.

In het dak waren groote gaten, en de deuren hingen schuin aan kapotte scharnieren.

Dit stond open en de deuren en de stijlen waren van ijzer.

Deze deur was de ingang naar haar huis.

De deur van Henks kantoortje en van Bens kamer stonden beiden open, en Henk, die had zitten lezen, kwam haastig aan.

Want alle kelen zongen, iedere deur was een keel, uit alle kroegen en danshuizen zwollen de deunen zwaar en breed op dikke adems aan.

Maar van al deze troostlooze armoe-dingen was wel het hevigst de bedstee, die in een hoek vierkant uitgetimmerd stond; als bij 'n kast klepten daar deuren voor, die met 'n kruk gesloten konden worden.

De deuren hebben van boven eene egyptische kroonlijst.

Nu kon de hofdame de deur van den soldaat niet vindenop alle deuren was immers een kruis.

Eenige wachters, in het buiten- of voorvertrek geplaatst, en die te voren reeds door den angst overvallen waren, werden nu verschrikt door Wamba's geschreeuw, en de deur open latende, liepen ze naar den Tempelier om hem te vertellen, dat de vijanden tot in de oude zaal doorgedrongen waren.

en de deur van dit huis, schielijk geopend en dadelijk weder gesloten, was voor deze wanhopigen het leven.

Daar was een wrakkig deurtje in de ruwhouten omheining, met een enkel duwtje week het en meneer Bollekens, met inspanning over het puin heenschrijdend, stond in de verwoeste gelagkamer der Rosbach.

Een effen straat, waar deur de Hebreên ontweken hun misval, Tusschen twee muren van kristal

Eensklaps werd de deur driftig opengedaan en een man, tot aan de oogen in een bruinen mantel gewikkeld, trad de kamer binnen en sprak de zigeunerin weinig vriendelijk toe.

De deur was ongemerkt opengegaan en daar stond een wijf.

45 Metaforen voor   deuren