40 Metaforen voor tuin

Is men nu wat heel ruim in deze opvatting, dan loopt de tuin, inzonderheid als die niet groot is, de paden niet zeer breed zijn en er geen ruime speelplaats is, inderdaad groot gevaar, en men kan dan gerust zeggen dat de kosten en moeiten daaraan in 't voorjaar besteed, nutteloos waren, daar reeds, vóórdat de zomer op de helft is, de tuin zijn aantrekkelijk aanzien, door verwaarloozing verloor.

Deze tuin is een beeld van het leven waartoe ik geloofde opgeklommen te zijn, terwijl ik in waarheid daarin afdaalde.

de geheele tuin moest begoten worden; vooral stond de rhododendron heel treurig.

En de tuin was zoo dicht begroeid met stijve agaven, dichte dwergpalmen en stijfbladige ficussen en rhododendrons dat men geen twee schreden voor zich uit kon zien.

De tuinen zijn met zeldzame boomen beplant en versierd met vijvers en paviljoens, waar de menschen de koelte gaan zoeken;

In allen geval was het duidelijk, dat de tuin betreden was en vreemden er binnengedrongen waren.

Voor het huis langs den dijk is een aardige tuin; de boomen,het is reeds Mei,zijn vol jonge blaadjes in hun eerste groen en frissche schoonheid.

Mijn tuin was vol bloemen, en ik had twee kinderen.

De groote tuin is vol eeuwenheugende boomen:

toch verdienen zij den naam, die hun gewoonlijk gegeven wordt, want iedere tuin die vele boomen bevat, vooral iedere boomgaard is in staat om hen te lokken en te boeien.

In waarheid, zoo hij iets verder dit slop ware ingegaan, zou hij zeker door de tuinen hebben trachten te ontvluchten, en zou hij in dat geval verloren zijn geweest, want Javert doorzocht deze tuinen en velden zoo nauwkeurig, alsof hij er een naald zocht.

Enkele weinige tuinen met hun naar den hemel strevende palmen en de andere in het land te huis behoorende boomen waren het eigendom van de gelukkigen, die in de gunst waren van den regeerenden vorst.

En de tuin gedijde als nog nooit tevoren, dank zij de nederige kleine helpers.

Deze tuin en de daarbij behoorende boomgaard waren geplant in de ruimte, bevat tusschen twee sterk vooruitspringende, met bolwerken en torens voorziene, achtervleugels van het gebouw.

de mooie tuin, waarin hij naar hartelust mijmeren en botaniseeren kan, is een geschenk van de dankbare gemeente.

Deze zoogenaamde tuin was inderdaad een grasveld, waarop een menigte schelven stonden.

De tuin en het erf waren geheel in een modderpoel herschapen, doch dat was juist naar zijn zin.

Is de tuin goed licht, en wordt het gras niet plaatselijk gestadig betreden, dan blijft het goed, en heeft men het in 't voorjaar maar wat met een hark uit te kammen, om er een frisch aanzien aan te geven.

de groote tuinen in de nabijheid zijn, naar het schijnt, lievelingsplekjes voor hem.

zijn tuin is eene ware menagerie in het klein.

Vijf en twintig jaren geleden was deze botanische tuin een uitgestrekt moeras.

Bij uitzondering bouwt hij ook wel in parken en groote tuinen zijn nest.

Hoe netter de tuin

een beschaduwde tuin is echter een onding, vooral wanneer dieen van de zoodanigen spreken wij hier alleenklein is.

, waarin de tuin onzer droomen trotsche bloesems in overvloed draagt, en men in zalig ongeduld op het opengaan der bloeiknoppen wacht, om zich in een waarlijk fabelachtige bloemenpracht te bedwelmen; maar de tijd snelt heen, knop bij knop valt verdord ter aarde; slechts enkele bloeien eenzaam en beven, dat ook haar de ruwe hand zal vernielen, die hare zusters trof.

40 Metaforen voor   tuin