41 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden geweer

De Trobriand laat soldaten met geladen geweren en bajonetten aanrukken, en twee dezer soldaten voeren

zij bestond nog altijd uit den yatagan of handjar en het lange albaneesche geweer, met eenige pistolen;

men bracht het zelfs zoo ver, dat de oude, op de Turken veroverde geweren, die voor niets meer schenen te deugen dan voor zegeteekenen tegen de wanden der hutten, veranderd en weder bruikbaar gemaakt werden.

in de plaats daarvan hebben zij zeer goede, nieuwerwetsche geweren.

Ik zag er allerlei lieden komen uitgestroomd, elk met een nieuw geweer op den schouder; en dewijl

Het weder geladen geweer valt hem licht.

Buitendien bezat hij een zwaar geweer met dubbelen loop, waaraan ongeveer ter halver lengte, ten einde beide gemakkelijker te kunnen dragen, een lange bijl vastgebonden was.

maar dit is de democratische geest van de menschen nu eenmaal, dat iedereen evenveel waard is als zijn buurman, en dat hij een beetje beter is als hij een meer modern geweer heeft.

In minder dan veertien dagen kan hij tienduizend krijgslieden, met uitmuntende amerikaansche geweren gewapend, op de been brengen;

maar daarentegen bezaten wij eenige uitnemende geweren en revolvers.

De trompetten, de horens, de fluiten, de trommen mengden zich daartusschen en veroorzaakten in verband met het kraken en knetteren van grof geschut en klein geweer een zoo schrikbarend en alle zinnen verbijsterend spektakel, dat Don Quichot al zijn vaak beproefden moed bijeenrapen moest, om niet het veld te ruimen.

Men had hem dan ook al eens een dooden haas met een ongeladen geweer laten schieten, een van die jagers-aardigheden, die gedurende zes maanden het gesprek uitmaken van de gezelschappen in de sociëteiten en der tables d'hôte in de hotels.

Gloudoff gaf hem een prachtig amerikaansch geweer ten geschenke, en sprak hem moed in met de vertroostende woorden:

Mijn zwarte jachtgezel stond sidderend achter mij met een tweede geweer in de hand.

Want zelfs in 1792 nog spreekt Cornelius de Jong zijn verbazing er over uit, dat men toen zulke uitstekende geweren had aan de Kaap, dat het mogelik was een bok op 80, 90, ja zelfs op 100 passen te doden.

Met 't opclaeren vanden dach bevonden ons soo dicht opde cust van China vervallen te sijn dat de Chineesen in haer volle geweer met troppen langhs strant sagen passeren op hope

Met bijlen en electrieke geweren bij ons roeiden wij om acht uur weg.

Die lastige geweren

Gij had toch uw lichtere geweer nog.

In het open veld, b.v. in Zuid-Afrika, waar men op een goed gedresseerd Paard zich op een willekeurigen afstand van den Olifant bewegen kan, gebruikt men bij deze jacht dikwijls het Engelsche militaire geweer en schiet het dier hiermede snel achtereenvolgens zooveel kogels in 't lijf, totdat hij ter aarde stort.

Achter den top der hoogte, in de schaduw der bedekte batterij, wachtte de Engelsche infanterie, bestaande uit dertien carré's, ieder carré van twee bataljons, en in twee liniën, de eerste van zes, de tweede van zeven carré's, met aangelegde geweren op 't geen komen zou, rustig, zwijgend en bewegingloos.

Hij kon dertig jaar zijn en droeg een soort van kiel van een lichte, witte stof en den lava-lava van gekleurde zijde; in de linkerhand hield hij een zeer mooi geweer en om het hoofd had hij een witten doek gewonden, het teeken van de partij, waartoe hij behoorde.

na, en de flonkerende koper-loop van een Moorsch geweer vinnig tusschen vingers rondgeslingerd, bliksemde geel-cirkelend door het wijde slop.

In dat geval was het van het hoogste belang, als hij ten minste dit eene geweer behouden kon.

in de plaats daarvan hebben zij zeer goede, nieuwerwetsche geweren.

41 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  geweer