118 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden kleed

Een wit kleedje schemert in zijn denken als een belichaamde droom ...

Haar zwarte haar hing verdrietig over haar vale voorhoofd, en haar zwarte kleed schoof zonder geluid over de treden.

en daar hing zo een groen kleedje over;

Het was een eenvoudig kleedje van een zachte, wollige stof, hier en daar met een weinig git gegarneerd.

De kastelein gaf hun elk twee karolussen en een nieuw kleed, als belooning voor hun trouwe en eerlijke diensten.

Dan wilde ik ook zoo gaarne begraven worden in het oude, witte kleedje dat ik droeg, toen ik voor het eerst dit paleis binnentrad....

En het rad wierp heldere droppels op de knoppende rozestruiken, en op 't blauwe kleedje van 't blonde meisje, dat àl maar las, langzaam nog en met moeite, maar diep-ernstig haar blauwe oogen over het boek met sprookjes.

De wilde rozestruiken tikten tegen haar teer-bleeke wangen, en het rad deed zijn best, en weefde nu donkere wazen in den schemer, die alles omhulde, en spatte heldere droppels, die als groote tranen op het donkere kleedje lagen.

Terwijl hij dit deed, zag hij bij toeval een prachtig kleed van zuiver witte veeren aan een pijnboom hangen.

Hij nam het vel van den dooden hond en, bij de oude terugkomend, vroeg hij haar of zij bij heur woord bleef, dat zij het opperste kleed zou uitdoen van dengene die at zonder betalen.

Eenzaam verschijnt soms nog, oplichtend, het gele kleed van een bonze, die bij zijn ronde langs een muur strijkt.

Aan haar gordel hingen sleutels, en over haar lange kleed van geitevellen droeg zij een mooien mantel.

Het nette, uiterst eenvoudige, katoenen kleedje liet den voet in een klein, hoewel niet zeer sierlijk lederen schoentje zien, en de zwart zijden boezelaar droeg duidelijk blijken, dat de tijd der nieuwheid lang voorbij was.

Een ruim kleed van granaatkleurig kashmîr omhult zijne slanke gestalte; een zwart zijden kap doet zijn ernstig vriendelijk gelaat op het voordeeligst uitkomen.

Al was het maar tijdelijk, mij gaf het eene gewaarwording van triomf of ik den slag van Nieuwpoort had gewonnen, en nooit, Willem, heeft een damestoilet mij met zooveel stille verrukking bezield als het echt vrouwelijk grijze kleedje en dat simpele boordje van Francis!

Als het laatste kleed gedorscht was van een boer, namen de jongelieden het kleed op, plaatsten een persoon er midden in, die met een groene struik in de hand in de hoogte werd geworpen en als de koning van het feestje werd beschouwd, dat daarna gevierd werd.

Het grauwe kleed]

Heeft de vogel schuld omdat hij het fijnste kleed draagt en er geen reiner zang op de wereld is?"

, en onder haar fraai kleedje zag hij tikken haar hart zonder Liefde, en hoorde hij, hoe het: geld!...

Hoeveel zomers het meisje nu op den molen was, wist het beekje niet precies; maar het was nu zoo hoog als het molenrad, en heel teer roze-wit in haar donkerblauw kleedje, waarover haar zon-lokken golfden.

Een andermaal moet de pastorale dienen, om de lasterlijkste politieke satire een dichterlijk kleed te verleenen:

En de jonkvrouw naderde, als een droom, zoo blond, zoo blank, zoo wit in haar witte, nauwe kleed van sindaal, zoo goud heur haar als het goudene draad, waarmede jonkvrouwevingers de aureolen der heiligen borduren, dat Gawein het harte stille stond en dat hij meende:

Toen het meisje haar helder wit kleed had aangetrokken, tokkelde zij de snaren van een luit en begon te dansen, en terwijl zij danste en speelde, zong zij van vele vreemde en schoone dingen in verband met haar verwijderde woning in de Maan.

Dat dieren der gematigde en koude luchtstreken op dezelfde plaatsen gevonden werden als dieren, die wij gewoon zijn te beschouwen als bewoners der warme landen, behoeft ons niet meer te verwonderen, nu wij weten, dat de mammouth en de rhinoceros met door een tusschenschot gescheiden neusgaten bedekt waren met een dik kleed van wol en haren, zooals blijkt uit de in het ijs van Siberië gevonden exemplaren.

gansch rood alsof het vonkte en brandde, rood als geronnen en gestold donker bloed op 't blanke kleed der wereld, onder de eindelooze azuren hemeltent.

118 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  kleed