73 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden vriendelijkheid

Zij werd in het home met groote vriendelijkheid ontvangen en kreeg een eenvoudige, nette kamer, waar zij tot haar verrassing een kom vol gele primula's zag staaneen geschenk van Dr. Hearty, zooals de directrice haar verteldeen, ook zeer tot haar blijdschap, een briefje vond liggen van een dame, die haar circulaire ontvangen had en haar den volgenden dag over lessen wenschte te spreken....

Met de grootste vriendelijkheid lieten de inboorlingen mij binnen in hunne huizen, en ze zouden het zelfs onvriendelijk hebben gevonden, als ik aan hunne uitnoodiging geen gevolg had gegeven.

Eugenio betoonde wel geen buitengewone vriendelijkheid jegens den Graaf, doch nam de uiterlijke beleefdheid in acht.

de hertog en de hertogin boden hem met hun gewone vriendelijkheid een landgoed dat zij daar bezaten tot verblijfplaats aan, en stelden hem hun rijtuig ter beschikking om 't te gaan zien;

Ik zoû het als een bijzondere vriendelijkheid waardeeren als boeken mij wachtten, en daar zijn misschien wel onder mijn vrienden enkele die het op prijs stellen iets voor mij te doen.

Die ongewone vriendelijkheid verwonderde hem, deed hem zacht-aan en meesmuilend slurpte hij met groote slokken den drank, die klokkend spoelde door zijn bier-vuile keel ...

Met een groote vriendelijkheid en voorkomendheid gelukt het toch der Portugeesche niet, beminnelijk te zijn, misschien omdat ze niet ontwikkeld is, zeker ook om de afwezigheid van die kunst van zich te kleeden en daarbij den geest te verzorgen, zooals men dat het lichaam doet.

In zes dagen kwam Cagni te Fort Portal, waar koning Kasagama hem alle mogelijke vriendelijkheid bewees.

"Ik had u al gezocht, Ridder!"zeide zij met een gulle vriendelijkheid, welke hem verrukte:

" Toen zette ik de drie gezichtjes door mijn voorbeeld in de gewenschte plooi van ernstige vriendelijkheid, en ik ging wandelen, na even mijn vinger gelegd te hebben op de gouden vlindertjes bij haar voorhoofd.

Zij dacht aan jonkvrouw Anna, het mooi, lief meisje van 't kasteel, dat haar altijd zooveel vriendelijkheid betuigde en dat zij, na dien middag op de slijting, niet meer had teruggezien.

Zij sprak hard en scherp, zonder eenige vriendelijkheid.

Balin voelde zich gelukkig, elke dag bracht hem nieuwen roem, hij begon geheel thuis te geraken onder de ridders van het hof, die hem wegens zijne dapperheid en eenvoudige vriendelijkheid met onderscheiding en welwillendheid tegemoet kwamen en de booze geesten, die hem plachten aan te zetten tot daden van drift en hartstocht, schenen geheel uit zijne ziel verbannen te zijn.

Mevrouw Wenche de eenige geweest, die haar met eerlijke vriendelijkheid was te gemoet gekomen, zoodat die haar nooit drukte.

Hetgeen niet belette dat dominé den boeteling met zijne eigenaardige vriendelijkheid ontving en niet eens wachtte tot hij het verplicht excuus had uitgestameld, om hem welwillend de hand te reiken en te verzekeren, dat het gebeurde al gansch goedgemaakt en vergeven was.

Men stond voor het gemak niet op en mevrouw Van Erlevoort verwelkomde den hoogen gast met een familiaire vriendelijkheid.

Hij was een aristocratische grijsaardsverschijning, vol fijne vriendelijkheid.

Mathilde knikte, met een flauwe vriendelijkheid.

Met groote vreugde hervinden wij hier landgenooten, de fransche keuken en de fransche vriendelijkheid.

Zelfs Sergej Iwanowitsch, die juist de trap opging, scheen hem onaangenaam om de geveinsde vriendelijkheid, waarmee hij Stipan Arkadiewitsch ontving, hoewel Lewin toch wist, dat zijn broeder Oblonsky volstrekt niet lief had of achtte.

Daar werden mijne vrouw en ik voorgesteld aan eene charmante oude dame, Tolstoi's tante Tatjana Alexandrowna Jergalskaja, die ons met die goede, ouderwetsche vriendelijkheid ontving, welke het verblijf in een vreemd huis zoo aangenaam en aantrekkelijk maakt.

Hun glimlach is vol goedaardige vriendelijkheid, en in plaats van de zooeven nog geduchte reuzengestalte zien wij thans een kalm en wijsgeerig beschouwer, verzonken in bespiegeling.

Hij ontving mij als een oud vriend, vroeg hoe ik de reis gemaakt had, onderzocht naar allerlei bijzonderheden met goedmoedige vriendelijkheid, en drukte mij met de grootste hartelijkheid de hand;

allen beminden en eerden Freule Ulrica, wier gulle vriendelijkheid en gemeenzaamheid in den omgang telken reize, dat zij de Gravin bezocht had, aller harten tot zich getrokken had: en zij wisten daarenboven, dat zij hun meesteres beliefden, door de Jonkvrouw Van Sonheuvel te vereeren.

Niet dat het de gewoonte was van Mr. Giles, op al te familiaren voet met het mindere dienstpersoneel te verkeeren; gewoonlijk gedroeg hij zich tegenover deze met hooghartige vriendelijkheid, die aangenaam aandeed en toch de anderen herinnerde aan zijn hoogere positie in de maatschappij.

73 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  vriendelijkheid