236 Werkwoorden voor het woord tafel

Elze dekte vlug de tafel.

De jongeling nam dadelijk zijn tafeltje ter hand, gereed om op te schrijven.

O, daar is niet veel te vertellen, riep Dorian uit, toen zij om de kleine ronde tafel gingen zitten.

"Er zal geen driftig woord meer uit mijn mond komen, geen enkele brutale handeling zal mij verraden, zelfs als wij niet zoo regelmatig als wij wenschen de tafel voor ons zullen zien dekken.

Michielken is geen ketter, zeiden eenstemmig al de goede burgers van de gemeente, want hij ging alle Zondagen naar de misse en naderde alle hoogdagen de heilige tafel; zij getuigden verder, dat hij over Onze-Lieve-Vrouwe nooit eenig andere rede gehouden had dan heure hulp in te roepen in moeilijke aangelegenheden;

Echter vinden wij er een open tafel, waar voor mij eene plaats is beschikbaar gehouden.

In het midden der zaal stond eene rijk voorziene tafel.

Marie zette Felix' kleine tafeltje voor een venster.

Men moet in zulk een stok, die uit zich zelven niet bevolkt kan blijven, nu en dan eene tafel met broed uit andere stokken hangen;

Toen zij van de bron waren teruggekeerd en Marie Eugenjewna den overste en Warenka uitgenoodigd had zich bij haar te voegen, liet de vorst een tafel en stoelen onder den kastanjeboom in den tuin brengen en daar het ontbijt gereed zetten.

Ik zal de tafel bij zijn bed schuiven en alles, wat hij noodig heeft, daarop klaar zetten.

Binnen dit prachtig vertrek, dat met rijke tapijten was behangen, had men lange gesneden tafels en fluwelen zetels geplaatst.

Kornjuin en zijne soldaten, meenende dat de Franschen daar waren, verlieten de tafel en sprongen te peerd.

de eischen van zijn rang, de verplichting als commandant van de kleine vestingstad om de autoriteiten, zoowel als zijne officieren, bij zich te ontvangen, en, laat ik het bekennen, ons beider gewoonte om in zekere ruimte en gulheid te leven, waren oorzaak dat wij bijkans open tafel hielden en er altijd op gasten gerekend was;

Gedurende onzen slaap had de hofmeester de tafel afgenomen;

Men maakte een groote tafel gereed en ze wilde hebben, dat ik zou blijven soupeeren, maar ik wilde dat niet doen tegenover mijn meester en ging naar een restauratie, waar ik mij voornam iederen dag te gaan eten, daar mijn meester er geen tafel op nahield.

Daarin geef ik bij voorbeeld bladzijden lang de beschrijving van zoo een tafel.

Een middelmatige zwerm kan, van eene voldoende hoeveelheid honig en bloemenstof voorzien, in 24 uren eene tafel bouwen van een Rhijnl.

Toen repten zij zich naar huis, om een oude tafel, wat afgedankte stoelen en een paar banken te halen.

De winter voorzag nog de tafel van ingemaakte groenten, zoo als erwten, snijbonen, linzen en andere, de onvermijdelijke zuurkool vooral niet te vergeten.

Midden in de kamer een groote tafel bedekt met papieren, couranten en boeken.

Hij werd zeer zenuwachtig, veinsde een onverdraaglijke hoofdpijn, zat uren in zijn werkkabinet vóor een ledige tafel te kijken in een holle toekomst, waarvan hem de onzekerheid meer benauwde dan de rampen, die zij brengen kon.

Jo wees den weg, en Laurie, die naar het scheen gewend was, dames te bedienen, trok een klein tafeltje naar Meta toe, bracht eene tweede bezending koffie en ijs voor Jo, en was zoo gedienstig, dat zelfs Meta erkende, dat hij een aardige jongen was.

Terwijl de oude Hanna de tafel opruimde, spraken ze over het nieuwe plan;

Ik dien om de tafel niet te laten branden, maar pas op als ik blink, dat ge me niet schande.

236 Werkwoorden voor het woord  tafel