35 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden vernedering

Doch laat ons vooraf een blik werpen op de stad zelve, die sedert vijf-en-twintig of dertig eeuwen het tooneel is geweest van zoo vele worstelingen en groote ondernemingen, van zoo schitterende glorie en zoo diepe vernedering.

Al wat ze hier met hare zinnen toetste, was haar eene vernedering en woog op hare hersens.

" "Dat zou een te groote vernedering zijn!"

Ik kon die bittere vernedering niet langer verdragen, en ik was op weg naar mijn tante, die in gindsch dorp woont, om daar rust en een schuilplaats te vinden, toen ik neergeveld werd door een vreemde ziekte, en gedwongen werd hier achter te blijven, totdat de pijn was bedaard.

"Mher Tancmar heeft gelijk, het is eene miskenning uwer overheid en eene bloedige vernedering voor alle ridders die gedwongen zijn zulke grove boeren als hunne gelijken te erkennen.

"Mher Tancmar heeft gelijk, het is eene miskenning uwer overheid en eene bloedige vernedering voor alle ridders die gedwongen zijn zulke grove boeren als hunne gelijken te erkennen.

maar hoe dikwijls ook werd de ruime vestibule betreden met een angstig hart, door hen die de poort niet weder uitgingen dan na eene arbitraire correctie binnenskamers beloopen te hebben, die wèl het smadelijke, maar niet het pijnlijke eener openbare vernedering miste.

Het is voor mij een dagelijksche bron van geestelijke vernedering.

Is er grooter vernedering dan afhankelijk te zijn?

Een groote vernedering werd hem bovendien niet gespaard.

Als hij haar niet langer liefhad, was 't toch een gruwelijke vernedering om zijn liefde te smeeken.

een redelooze nuk kan hen ieder oogenblik weer laten vervallen tot de hardste vernedering van dienstbaarheid.

In den beginne ontvingen ze me goed, dat is zoo, maar later, toen zij zagen, dat ze me behoorden te verachten, (dat zagen ze aan onmerkbare, kleine dingen, ge begrijpt wel, waaruit ze opmaakten dat ik een heel ander mensch moest zijn dan zij, een, die ver in stand boven hen stond), toen werden ze nijdig op me en begonnen me allerlei kleine vernederingen aan te doen.

zoo goed in mijnen schik was en geene merkelijke vernedering meer onderging, dit had ik te danken aan den officier, die het bevel over mijne compagnie voerde.

Van mijn kant zal ik u alle mogelijke vernederingen bezorgen.

Het meest werd hij beloond voor de moeite, die het hem moest hebben gekost, het oude verdriet en de nieuwe vernedering te openbaren, door den medelijdenden blik, dien Marianne somtijds op hem liet rusten, en de zachtheid van haar stem, wanneer zij (wat niet dikwijls gebeurde) verplicht was, of zichzelve ertoe kon brengen, het woord tot hem te richten.

Maar nu het lot hem in aanraking bracht met een weesjongen zonder naam, dien de minste met den vinger kon nawijzen, nu droeg hij de ondergane vernedering met woekerwinst op deze over.

zijnen onschuldigen zoon Jacopo, en over de ongehoorde vernederingen door denzelfden Raad hem persoonlijk aangedaan.

Tweemaal terwijl ik openlijk terecht stond voor het Bankroetiershof, nog tweemaal terwijl ik openlijk overgebracht werd van de eene gevangenis naar de andere, ben ik in een toestand van onuitsprekelijke vernedering tentoongesteld aan de blikken en de bespotting der menschen.

Welk een onverwachte vernedering!

maar hoe dikwijls ook werd de ruime vestibule betreden met een angstig hart, door hen die de poort niet weder uitgingen dan na eene arbitraire correctie binnenskamers beloopen te hebben, die wèl het smadelijke, maar niet het pijnlijke eener openbare vernedering miste.

de Burchtgraaf moest zich nog persoonlijke vernedering onderwerpen, wilde hy eenmaal weder hoogen staat voeren.

Zijn aanblik deed haar physische vernedering gevoelen.

Schudt af dat juk van slaafsche vernedering!

maar beneem hun de moed door trage vernedering.

35 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  vernedering