114 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden nieuwsgierigheid

Basil Hallward, wiens plotselinge verdwijning eenige jaren geleden zoo eene algemeene nieuwsgierigheid verwekte en aanleiding gaf tot menig vreemd vermoeden ...

Ja, het leven had reeds voor hem gekozen, het leven en zijn eigen groote nieuwsgierigheid naar het leven.

' Johannes luisterde met angstige nieuwsgierigheid, alsof hem een groot, verschrikkelijk ondier vertoond werd.

Dat waren meestal de bewoners der omringende kasteelen, die uit louter nieuwsgierigheid kwamen zien.

Toen Zabern binnenkwam, hadden de meesten hun partijen gestaakt, en men zag met eenige nieuwsgierigheid naar den vreemdeling dien hij meebracht.

Onze komst wekte de algemeene nieuwsgierigheid, en, getrouw aan de algemeene bedelachtigheid, begonnen ook zij te vragen naar pijpen en naar tabak.

De zieke ridder bezag hen met de grootste nieuwsgierigheid, en merkbaar was het op zijn gelaat dat hij zich reeds bij vooruitzicht bedroefde.

Hij verheft zijn stem tegen de ijdele nieuwsgierigheid, en bedoelt daarmee den geest van onderzoek, die de natuur wil leeren kennen in haar uiterste geheimen.

de vrouwelijke nieuwsgierigheid en de twijfel die haar nog overbleef; een zichtbare spijt trok haar roosvervige lippen te samen en zij sprak:

weldra werden zij gerekend tot de noodzakelijke bekroning van publieke feesten te behooren, en de belangstelling week al spoedig om voor bloote nieuwsgierigheid plaats te maken.

Basil Hallward, wiens plotselinge verdwijning eenige jaren geleden zoo eene algemeene nieuwsgierigheid verwekte en aanleiding gaf tot menig vreemd vermoeden ...

er was wel iets met haar, iets dat zoo niet uitgedrukt kon worden en dat soms, o zoo sterk, de ondeugende nieuwsgierigheid van klanten en bezoekers prikkelde.

Van pure nieuwsgierigheid vergaten ze hunne prachtige pistolen.

In het hotel aangekomen, vond hij zijn reisgenooten in gespannen nieuwsgierigheid bijeen.

Barbicane opende dus de afsluiting voor ieder die er in wildetoch besloot zijn practische geest, geld te slaan uit de algemeene nieuwsgierigheid.

Een broeihen op de mand was iets, dat de jeugdige nieuwsgierigheid drie weken lang kon gaande houden.

Terwijl Amy lachend stukjes brood kruimelde voor de schitterende vogels, nam Laurie haar ongeveer op dezelfde manier op, als zij hem gedaan had, met een zeer verklaarbare nieuwsgierigheid, om te zien welke veranderingen tijd en afwezigheid hadden teweeggebracht.

De ogen van de toeschouwers blonken van opgewekte nieuwsgierigheid, men wachtte gretig dat Massijn nog meer zou zeggen.

De inwoners vertoonden een verbazende nieuwsgierigheid, en geen wonder, want zij zagen voor het eerst Europeanen in hun land.

Cyprianus voelde zich krachtig genoeg, om aan de zeer natuurlijke nieuwsgierigheid van Pharamond Barthès te kunnen voldoen.

Hij zag den koning, met koortsige nieuwsgierigheid, die tafereelen ontleden en beweegbaar maken.

Meneer Bollekens vader kon zijn onrustige nieuwsgierigheid niet langer bedwingen.

"ik dacht, dat uw ontmoeting met Teun Wezer toevallig was, en ik sloop naderbij uit loutere nieuwsgierigheid om te weten wat die schurk u vertellen ging:

eene nieuwsgierigheid, die wij dan ook gewoonlijk met walging, afschuw of ontzetting boeten.

Haar gelaat teekende blijkbaar nieuwsgierigheid. »

114 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  nieuwsgierigheid