364 Werkwoorden voor het woord voorwerp

Ze keek op, nog duizelig van den plotselingen overgang in de werkelijkheid uit geheel vergeten er van, en zag een wonderlijk voorwerp vlak bij zich, dat een heel eind boven haar uitstak.

Dit schijnsel was sterk genoeg om de omringende voorwerpen duidelijk te kunnen onderscheiden.

De jongens werden verbazend opgewonden, en zij riepen den menschen op den weg luidkeels toe, dat zij de gestolen voorwerpen gevonden hadden.

"Schipper, je gaat mede naar het raadhuis, en Flipsen, neem jij die voorwerpen in beslag.

Indien het menschelijk Lichaam inwerking ondervindt op een wijze welke den aard van eenig uitwendig voorwerp in zich sluit, beschouwt de menschelijke Geest dìtzelfde uitwendige voorwerp als werkelijk bestaande, ofwel als aanwezig, totdat het Lichaam een indruk ontvangt welke het bestaan of de aanwezigheid van het bedoelde voorwerp uitsluit.

de leden van de feestcommissie halen onder het volgende de voorwerpen waarvan gesproken wordt, er uit en bieden ze aan).

als hij er een griezelig voorwerp van had gemaakt, zoo akelig om te zien, dat een ieder er naar moest zien.

"Te zeer ter neer geslagen om te kunnen spreken, brachten wij in stilte de voorwerpen bijeen, die aan ons en aan onze verloren makkers hadden toebehoord, en maakten wij ons gereed, naar Zermatt af te dalen, toen plotseling een vreemd verschijnsel onze oogen trok.

Van Dril pruttelde tegen zijn knechts, als er weer 't een of ander spoorloos verdwenen was, maar dezen verklaarden, dat zij het vermiste voorwerp niet hadden laten slingeren.

Ik kreeg geen enkel merkwaardig voorwerp in handen, behalve het bijzonder groot ei van een vetgans, waarvoor een liefhebber misschien vijfhonderd gulden zou betaald hebben.

wel weten wij, dat hij meermalen het voorwerp uitmaakte van de zorg en overleggingen zijner moeder en broeders.

Geen enkele basiliek bezat zooveel kostbare voorwerpen, zooveel lampen en kandelabers van zilver en van die hoogte en zwaarte, dat twee mannen ze slechts met moeite konden dragen.

De liggende beeldjes op het deksel houden doorgaans een of ander voorwerp in de hand:

Nooit brak hij iets, altijd zette hij breekbare voorwerpen voorzichtig neder, juist het tegendeel van hetgeen men in den regel bij de Apen opmerkt.

Voor zoover echter het menschelijk Lichaam wèl op eenigerlei wijze inwerking van een uitwendig voorwerp ondergaat, zal de Geest (vlg. St. XVI en Gevolg II v.d. D.) dit uitwendig voorwerp waarnemen.

En de ander, die Giotto heette, had een zoo uitstekenden geest, dat er niets was in de natuur, de moeder en de oorzaak aller dingen door de voortdurende wenteling des hemels, dat hij niet met het stilet, de pen of het penseel weer kon geven, dat zij daarop niet slechts gelijkend maar eer de voorwerpen zelf schenen, zoodat het zintuig van het gezicht der menschen, er door misleid, hen die deed houden voor echt in plaats nagebootst.

Wij hadden het voorwerp opgenomen en overeind gezet.

De stad is gebouwd ter plaatse van eene oude gallische nederzetting, en zelfs in de latere tijden gaven enkele opgedolven voorwerpen recht tot de onderstelling, dat er vóór de Galliërs reeds een ouder oorspronkelijk volk woonde.

Haar rustelooze, nimmer lang met hetzelfde voorwerp bezige geaardheid, dreef haar aan, gedurig nieuwe voorwerpen van belangstelling en verstrooiing te zoeken:

Weldra had hij de schuit bereikt en zag hij de gevonden voorwerpen op het ijs liggen.

Wanneer bijvoorbeeld iemand een verwijderd voorwerp bekijken wil,

Doch werwaarts ik mijne oogen wende, nergens ontdekken zij het voorwerp mijner liefde;

De branding had hier en daar, te midden der klippen die de eb nu bloot had gelegd, een groote menigte voorwerpen geworpen.

In andere provincien draagt dit voorwerp den naam van Joleh, Djoeli, of zoo-iets.

Zoo haastig mogelijk wijzen zij de voorwerpen aan, die zij verlangen, en waarmede dan de koopman aan hunne woning moet komen om rustig over den koop te onderhandelen.

364 Werkwoorden voor het woord  voorwerp