180 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden menigte

Hare oppervlakte bestond uit eene groote menigte metalen, zooals het potassium, het sodium, die de eigenschap hebben van te ontvlammen door eene bloote aanraking met het water en de lucht;

Hare oppervlakte bestond uit eene groote menigte metalen, zooals het potassium, het sodium, die de eigenschap hebben van te ontvlammen door eene bloote aanraking met het water en de lucht;

Bovendien was de grond bezaaid met eene menigte steenachtige overblijfselen, eene soort van strandkeitjes door de golven afgerond en in opeenvolgende rijen gerangschikt.

De zee steeg omhoog tot den hemel en rolde in heur schuim de ontelbare menigte schepen mede, welker masten en touwen tegen elkander stieten, braken, verpletterden naar gelang van de onstuimige bewegingen der golven.

Duizenden zakdoeken wuifden boven de dichte menigte en riepen de Abraham Lincoln een laatst vaarwel toe, totdat het schip in de Hudson kwam, tegenover het uiteinde van het schiereiland, waarop New-York gebouwd is.

Want zonder te spreken van allerlei insekten, die gewoonlyk des avends om de lamp vlogen in zoo groote menigte dat lezen en schryven onmogelyk werdiets wat op véél plaatsen in Indie lastig ishielden zich in dat kreupelhout een tal van slangen en ander gedierte op, dat zich niet bepaalde by den ravyn, maar telkens ook in den tuin naast en achter 't huis werd gevonden, of in het grasperk op 't voorplein.

Toen in het paleis der hoogeschool van Gent eene talrijke menigte vergaderd was, om de prijsuitreiking der Vlaamsche moedermaatschappij bij te wonen, daalde de lauwerkroon op het hoofd van eenen korporaal des legers; en de naam van Zetternam, door duizend monden uitgegalmd, klonk als een liefderijke gelukwensch door de gewelven van den prachtigen tempel der wetenschap....

Ontgonnen plekken worden schaarscher en kleiner en komen enkel onmiddellijk aan de spoorbaan voor; en water, altijd water vertoont zich aan het oog, een tallooze menigte meertjes, moerassen, als geëmailleerd met fraaie roode bloemen, een gansche waterflora, welker frissche, teergroene kleur vreemd afsteekt tegen den donkeren tint van het stilstaande water en tegen de uitgegestrekte door het vuur zwart geworden lagen!

In het bekrompen armenische kwartier opgesloten, kan zij zich met ongesluierd gelaat niet in de muzelmansche stad vertoonen, zonder aanstonds door eene nieuwsgierige menigte omringd te worden, die haar met verbaasde blikken aangaapt.

Passepartout wandelde eenige uren door deze bonte menigte, nu en dan blijvende staan voor de merkwaardige en rijke winkels, waarin het japansche goud, in allerlei vormen verwerkt, ten toon lag gespreid;

riep ze gebiedend, staande als een witte lelie boven de opgewonden menigte.

"Laat ons God bidden om hun Zijn liefde, Zijn vrede en Zijn hulp te schenken," scheen de geheele menigte door de stem van den aartsdiaken te zeggen.

De straten en het Zocodover waren reeds van zonsopgang af gevuld met een luidruchtige, zeer opgewonden menigte.

Geheel de bont gekleurde menigte, in feestgewaad gehuld en met geurige monoi geparfumeerd

Onnoodig te zeggen, dat zij daarbij door de gansche menigte, eene wonderlijke mengeling van Europeanen en inboorlingen, al zingende gevolgd worden.

De woelige menigte naderde al meer en meer de trap en besteeg de onderste treden.

Ik zelf heb gezien, hoe hij iederen avond zorgvuldig zijne aanteekeningen schikte en bijeen verzamelde; en ik weet dat hij in een blikken trommel eene menigte

Dan ontstaat er beweging in de waggons; de portieren worden geopend, en eene drukke vroolijke menigte vult voor eenige oogenblikken het station, om zich dan weer te verspreiden, de heuvels te beklimmen of rond te wandelen langs de grasperken van het kurhaus.

Op enkele vierkante meters staan daar een heele menigte typen, die van vreugde kunnen doen beven de afstammelingen van Teniers, Ostade en Potter, al die goede, overleden schilders.

Hij zelf kon de opgewonden menigte niet in bedwang houden.

De kapitein deelde mij mede dat deze streken vroeger door een ontzaglijke menigte zeekalven werden bewoond, maar dat Engelsche en Amerikaansche walvischvaarders in hun verdelgingswoede de jongen en de wijfjes doodden, en stilte des doods hadden verwekt, waar vroeger leven en beweging was.

aan het hoofdeneinde ligt de groote blauwe tulband; eene schier onafzienbare menigte, bestaande uit mannen van allerlei stand en leeftijd, loopt in ordelooze verwarring achter de baar, dringende en duwende om zich een weg te banen tot bij den doode, ten einde den shawl zoo mogelijk te kunnen kussen of althans aan te raken.

maar de ouders behoeven zich niet om hen te bekommeren, want het talrijk kroost kan het goed vinden met de kippen aan den weg, en verdwaalt niet in de drukke menigte.

Vroolijk zag het er niet uit, dat moest zij bekennen, want een groot, kaal, grijs gebouw was het met een menigte smalle ramen en een hooge voordeur, waarvan de verf nagenoeg verdwenen was.

Een paar schitterende, groote oogen, die door dichte wimpers zeer donker schenen, rustten opmerkzaam en vriendschappelijk op zijn gelaat, als deden zij moeite hem te herkennen, om dan terstond over de nader dringende menigte heen te glijden, als zochten zij daar iemand.

180 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  menigte