39 collocaties voor rennen

"Dat schijnt zoo, te oordeelen naar de wijze waarop je de trappen af rent.

De hond rende een eind voor zijn meester uit, en het paard bleef geheel alleen rustig staan grazen.

De jongen lekte tot dank met de roode tong langs zijn schat en rende de straat op.

Hij rende het dennenbosch in, waar het 't dichtste was, zonder zich aan pad of weg te storen.

Zij greep den verzegelden zak met brieven, die lag te wachten om door te gaan naar Urshot, op, en rende hiermede onmiddellijk de deur uit.

daarbinnen rende een geweldig groot dier voortdurend om het eiland heen.

En te viervoet, met de speer in de rechterhand en het schild aan den linkerarm, rennen zij het dorp binnen.

Hij rende erheen, hij ontnam hem horen en sluier.

" en vlug als de wind zelf ving zij aan, haar flambard na te rennen, die als een elastieke bal werd voortgedreven.

Adolf van Nieuwland rende vooraan met gebogen hoofd; droefheid en smart verbleekten zijn wangen en zwarte dromen vervulden zijn gemoed.

Zij klommen weer in het rijtuig waar de heren Spittael en Potvlieghe reeds plaatsgenomen hadden, de koetsier zweepte zijn paard, en in volle draf rende 't gespan door het dorp, waar opnieuw al de bewoners buiten stonden.

Zij zagen hen nu eens den oever der rivier volgen, die hun een onoverkomelijken hinderpaal opleverde, dan weder door het hooge gras rennen en eindelijk kalm terugkeeren.

Maar dan rende ik naar den moerassigen grond van de beek en sprak de banvloek uit over hem en zijn nageslacht en tartte hem bij me te komen, maar het dier was te slim om zich in het moeras te begeven.

En menheer van Hake rende daar de hei op, alsof er geen eenzaamheid en geen nacht en geen gevaar in de wereld was.

Bliksemsnel rende de Hond toen den spoorweg op en achter den trein aan naar het station.

Wie toornig of in vervoering is, gaat hurre hurre, hop hop hopals rende hij op een strijdros, met geweldige sprongen, in tuimelenden galop, het voorwerp van zijnen haat of van zijne liefde te gemoet.

Op hetzelfde oogenblik rende Kees op zijn jongen meester toe, dien hij herkend had.

wie ons liefheeft, volge ons!"En, zijn paard de sporen gevende, rende hij de opening door, welke men in den wierdijk gehouwen had.

Ik zal dan uit het bosch komen draven en het kind rooven, en dan moet jij dadelijk opspringen en mij achterna rennen, om het mij weêr af te pakken.

't was veel te gevaarlijk en hij had haar en ook haar ouders moeten beloven nooit in snelheidsritten meer mee te rennen;

" En zulk een spoed makende, dat ik dreigde mijn hals te breken, rende ik het pad af.

Zij rennen en glijden en zwieren daar nog een poosje rond en dan spoeden zij zich huiswaarts, om algauw wat te gaan eten en daarna terug te komen, met ijssleedjes en schaatsen, voor den ganschen, langen namiddag, want zij hebben vrij dien middag, niet omdat er ijs ligt, maar omdat het een donderdag is.

Ik rende nu de portieken door, ik rende tot voor het raam van Charis' eigene kamer.

Ik rende terstond en achter hem de raadzaal in.

achtereen vervolgt hij den opgejaagden Haas, uren lang woelt en graaft hij in een hol, waarin een Konijn zich verscholen heeft, onvermoeid rent hij een Ree achterna en vergeet onder deze bedrijven volkomen afstand en tijd.

39 collocaties voor  rennen