Welk voorzetsel te gebruiken met mannen
In de eerste plaats ging hij tot "De mannen van '80", een stel auteurs, door het volksgeweten en door eigen keuze tot één groep gerekend, maar, zooals uit het vervolg wel blijken zal, met sterk uiteenloopende gezindheden ...
Een booze, zwarte man met een zeis kwam 't gras maaien waarin ze stonden.
Als Perk had blijven leven, die meer was een idealistisch man in Schiller's zin, dan waren de gebeurtenissen misschien heel anders geloopen.
de gang was versperd door touwladders, touwen met knoopen, toortsen, waterflesschen, ijzeren haken, breekijzers, met ijzer beslagen stokken, houweelen, genoeg om ten minste tien man te beladen.
Als zij zich geheel kaal heeft geplukt, trekt het mannetje op zijne beurt zich de veeren uit.
Nu riep de koning tot zich, de bekwaamste mannen uit zijn rijk, en stelde hen aan als leermeesters over zijn zoon.
Zijn langdurige, eenzame overpeinzingen wennen er dezen man aan, zich in zijn spreken al heel spoedig boven den beganen grond te verheffen, te gaan uitweiden over principes, over wijsbegeerte, over de grenzen van zijn kunst, over het algemeene, waarvoor men zoo heel moeilijk woorden, zeer trage woorden vindt.
Stel u een grooten, mageren man voor, met een ijzeren gestel en met blonde haren, die hem eer veertig dan vijftig jaar deden schijnen.
"Heyermans is in sommige werken wel een man naar mijn hart.
Toen liet hij, uit alle oorden der wereld, mannen tot zich komen, die bekend waren als wijs en geleerd.
Hans had als een voorzichtig man bij onze bagage nog een vollen lederen zak gevoegd, die met onze waterflesschen ons voor acht dagen van water verzekerde.
Hy liet my in den Hortus alles zien; leidde my veel uit van 't geen ik zag; en ziende, dat ik zulk een groot vermaak vond in dit alles te zien, stelde hy my voor, of ik ook plaizier had, om eene zeer fraaije Plaats te zien, van een zyner Vrienden; de Heer en Dame, zei hy, zyn wel niet Buiten, maar dat zegt niets, men weigert nooit een fatsoenlyk man om die te zien;
Al dadelijk kwam ze een ouden man tegen, die met een blijden lach groette.
Toen, op een helderen najaarsdag, de wilde rozen droegen glanzend-roode bottels tusschen hun gelende bladeren, kwamen weer zwart gekleede mannen over het brugje; en toen ze heen gingen, droegen ze een zwarte kist.
in elke gemeente heeft men een tienman, en in iedere groep van gemeenten een hoofdman over honderd, die eene kompagnie van honderd man onder zijne bevelen heeft;
Maar op een grijzen najaarsdag kwamen veel zwarte mannen door het dal, en het brugje over naar den molen.
de jongen, overgelaten aan de eenzaamheid en de tirannie van een ouden man zonder hart.
Toen ik zag dat Ned mij slechts liet praten zonder zelf iets te zeggen, ging ik meer op den man af.
Neen! stemde de oude man toe;
Er kwam een groote man binnen.
De brandnetels bij 't verweerde brugje zagen de zwarte mannen na, en schudden langzaam hun nu bruin-groene krullokken.
druk van mijn "Mannen van Tachtig"
om zes uur kwam de dokter, dien Jans was gaan halen, dokter Hansen, een klein rood-bruin-mager altijd veertigjarig mannetje achter een gouden bril.
Toen ik vlak bij den steiger was, zag ik mijn geliefde zoon Klaas staan met een klein zwart mannetje naast zich, die bij nader onderzoek Nadaniël bleek te zijn.
sloeg hij zich door de half-dronken mannen heen ...