24 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden inwijding

Op den dag van het huwelijk des konings zou dan de plechtige inwijding der Tafel Ronde plaats hebben.

Hoe dit zij, het is mijn vaste overtuiging dat de vrijmetselarij in dien tijd als bedoeling had door hare symbolische en andere leeringen verdedigers en kenners van den godsdienst te vormen en dat een meester vrijmetselaar in de crypt degene was, die de hoogste inwijding had doorgemaakt en een Christos was geworden.

De laatste indruk van Europa is ons eene wijding voor hetgeen ons wacht, het is ons eene inwijding in de wereld van Vulcaan.

Ten vierde de bespiegelende of vóórbeeldige, waardoor vereeniging met God verwezenlijkt werd, kenmerkende het doorloopen van de laatste kenbare inwijding, waarbij de volmaakte mensch als Christos wedergeboren wordt.

Dit was natuurlijk bij de lagere inwijdingen het geval.

Bij eene stoffelijke inwijding zou dit bezwaar zeker bestaan, tenzij kunstlicht in voldoende mate bekend was, hetgeen naar enkele schrijvers beweren, wel het geval was.

Wie Rousseau wil leeren begrijpen, en de na hem gekomen Revolutie, vindt in dezen roman van Le Sage een goede inwijding.

Een van de redenen waarom de inwijding "de geboorte van den Christus" werd genoemd is dat de mensch die deze eerste der groote inwijdingen ontvangt, voor de eerste maal het bewustzijn van het buddhisch gebied ondervindt.

Mijn gevoelen hieromtrent echter is dat de candidaat door het opzeggen van deze hymnen in een soort trance-toestand kwam, en dat zijn hoogere lichamen hierdoor van het grofstoffelijk lichaam of khat bevrijd werden, daar de hoogere inwijdingen niet plaats vonden in het stoffelijk lichaam, maar in het astraal (ba en ka) en in het oorzakelijk lichaam (Sahu.)

Want waar de Theosofische theorie, zooals ik reeds aanduidde, de Groote Pyramide als een tempel voor hooge inwijdingen beschouwt, maakt P. Smyth haar tot een grondslag der maten en een sleutel tot de geschiedenis der menschheidverleden, heden en toekomstigin verband met het Oude en Nieuwe Testament.

Het was nog maar kort na mijn inwijding in de borgwetenschap, dat ik bij het verlaten van de dames Kroon, vol blijden moed en met de meest eerlijke beginselen in het hart, gemagnetiseerd werd door het fonkelnieuw, hel opgeschilderde buurwinkeltje, met zijn bijzonder prikkelende kleur- en geurrijke étalage.

Ten vierde de bespiegelende of vóórbeeldige, waardoor vereeniging met God verwezenlijkt werd, kenmerkende het doorloopen van de laatste kenbare inwijding, waarbij de volmaakte mensch als Christos wedergeboren wordt.

Met ontroering lazen wij zijn mooie "Inwijding".

De officieele inwijding had echter eerst in 1118 plaats, in tegenwoordigheid van Paus Gelasius II.

ja zelfs twee, TIARA en DRUSIUS, van Leiden herwaarts beroepen, waarna de plegtige inwijding den 29 Julij 1585 plaats had.

Bij eene stoffelijke inwijding zou dit bezwaar zeker bestaan, tenzij kunstlicht in voldoende mate bekend was, hetgeen naar enkele schrijvers beweren, wel het geval was.

Bij verdere inwijdingen werd hij onderricht omtrent de verschillende lichamen van den mensch, hun ontstaan en werking en ten slotte hun verband tot den Logos van dit stelsel.

Geheel zonder steun van Theosofische zijde is de bewering, dat er eene opeenvolging van mysteriën was in verschillende graden en scholen, aleer eene inwijding in de Pyramide plaats vond, niet.

vele dooreenstrengelen van verschillende leeringen, doch ook de ritueelen van verschillende inwijdingen zijn aan elkander vastgeknoopt of onderling verward.

Wanneer wij thans weder verband zoeken met de groote Pyramide in dit ritueel van inwijding, is het waarschijnlijk dat het lichaam van den kandidaat opwaarts gebracht werd naar de zoogenaamde "Put", terwijl daarna (in het derde gedeelte van de astrale inwijding) het ego van den kandidaat wetend bewust werd van zijn goddelijke afkomst.

Hierin wordt dus duidelijk gezegd dat het eind van deze inwijding leidde tot het Christus-zijn, en overeenkomt met de derde inwijding der Vrijmetselaren.

Sedert de feestelijke inwijding van het station te Merw zijn niet meer dan twee-en-vijftig dagen verloopen; na dit feest werd aan de troepen zes weken rust gegund;

Dit schijnt mij wel eenigszins voorbarig, aangezien de tweede geboorte zelf het slot van de geheele inwijding vormt.

Irenaeus verzekert ook, (I, 21), dat bij de gnostieke inwijding een doop plaats vond en dat sommigen hier zekere hebreeuwsche namen aan toe voegden "om de inwijdelingen meer te doen ontstellen" en ook dat zij dezen met sap van balsem inwreven.

24 Te beschrijven bijvoeglijke naamwoorden  inwijding