14 Werkwoorden voor het woord zitten

sommigen, die het in eene knorrige bui gehoord hebben, houden het voor krijschend gegil; anderen, die er bedaard hun cigaar bij zaten te rooken, vinden het lieve muziek; weêr anderen, die het na het gebruik van eenige flesschen Rijnwijn vernamen, roemen het als hemelsche toonen, zoo als men ze maar zelden op aarde hoort.

En terwijl Max vischte zat Llanga naast hem met groote belangstelling er naar te kijken.

deze zat te beven.

Dat zij nog vol zaten van herinneringen uit den provincialen tijd getuigt Hogendorp zelf.

HIJ GING OP EEN STEENEN BANK ZITTEN, IN DE CEL.

Toen hij wakker werd, zag hij tot zijn groote ontsteltenis, dat hij op een boomstronk zat en den teugel van de merrie in zijn hand hield.

eere zit ingeweven in het weefsel onzer zonde.

Pallieter ging nog een stamineeken binnen, waar boeren en voerlui zaten te kaarten.

n zat een enkele tak, frisch en bloeiend, met fijne, rozeroode knoppen als bezaaid, die op het punt waren zich te ontsluiten;

Waar in moerassen de roerdompen spelen Nicker de ziellooze zit wat te kweelen, Zit er ontroostbaar, heeft vijand noch vrind, Nicker de ziellooze treurt als een kind.

Het golvende haar zat vastgekleefd aan zijn voorhoofd door het bloed, dat drupte uit de wond, en zijn wangen waren bleek.

Ik zag er twee zitten tegen elkanderen geleund, gelijk aarden pan tegen aarden pan geleund is om elkander te warmen, van het hoofd tot de voeten korsten verontreinigd:

gaat hij eindelijk, terwijl allengs de verbazing de overhand krijgt over den toorn, voor "het stekelvarken" opzitten en kijkt naar het vreemdsoortig dier met een merkwaardig comische vrees en met een ingehouden woede, die hij niet zelden koelt aan een nabijzijnd voorwerp, aan een volkomen onschuldige soort- en lotgenoot, wien hij de beten tracht te geven, die hij den Egel had toegedacht.

Vere zat naast Peter, rechts, en links zat Ernest met Francine.

14 Werkwoorden voor het woord  zitten