20 Metaforen voor pad

de paden en laaggelegen plekken waren vol slijk en water en de vochtige adem van een ongezonden wind trok langzaam, met hol geluid over het land.

Op het laatste, minder steile gedeelte wordt het pad opnieuw geheel tot moeras, steenen en wortels.

Toen wilden ze op hunne schreden terugkeeren, maar wat ze ook deden om zich te orienteeren, waren ze al spoedig te midden van de groepen vijgeboomen, die allen op elkander gelijken, verdwaald, terwijl geen enkel pad hun de goede richting aanwees.

Het pad naar den top (1465 M.) is vol afwisseling en een aangenaam bergpad.

Kees vernam ook, dat het pad naar het dorp van Petinggi Datoek zeer slecht begaanbaar was en men gemakkelijk zou kunnen verdwalen.

Wel is waar is het pad, dooreen genomen, aan beide zijden zwaar begroeid, maar hier en daar bij een open plek kunnen wij een blik slaan in de diepe ravijnen, die als het ware tegen ons aandonkeren, zwijgend en somber.

Het was een treurige tijd, maar toch bescheen de ster der lieflijke hoop mijn pad.

De paden waren niet met gewoon gras, maar met roode en witte madelieven en z.g. zeegras omzoomd.

De lucht was opgehelderd en de wind begon te verflauwen: weldra ontdekte hij een drom gewapenden, waarvan een gedeelte stand hield op den kruisweg, waar het pad naar Sint-Odulf met den landweg naar Stavoren ineenliep:

Die eerste is het pad onzes levens, waarop we ons in de werkelijkheid, in de wereld, in maatschappij, in huis en kerk bewegen.

Maar een pad is dit eigenlijk slechts in naam; want wij komen met de grootste moeite voorwaarts;

later werd grint gehaald, dat bij lageren waterstand gemakkelijk van de banken te krijgen was en de daarmee aangelegde paden waren netter en meer soliede.

hoe komt het, dat het vuur ons dient, de eik getande bladeren heeft, de koekoek zijn eigen naam roept, de kruisbessen stekels hebben, de kraai zwart is, de pad roode oogen heeft, de vleermuis en de uil zich over dag schuil houden, het heidekruid een rossige kleur heeft, de hazenlip gespleten is?

Maar den volgenden dag was 't pad een poel, het vroor niet langer, het dooiwater lekte en rikketikte om mijn huis watergestraal en gesijpel klutsten kuiltjes in de sopperige brij van sneeuw en modder, en groeven de voegen tusschen de gele straatklinkers uit.

Het pad is hier dan ook werkelijk zoo steil, dat de koopwaren dikwijls van den rug der lastdieren glijden, en dat de ruiter valt, zoodra hij den hals van zijn paard loslaat.

maar de paden tusschen de tuinen zijn omzoomd door moerbeziën-, vijgen- en granaatboomen en myrthen.

het pad, dat tusschen twee hooge muren van stekelige doornen voortliep, was niet veelmeer dan een voet breed; en men kan zich moeielijk voorstellen wat het in heeft, langs zulk een weg, zeventien zwaar beladen ezels door zeven mannen te doen voortdrijven, te meer daar de scherpe doornen elk oogenblik in de bagage bleven haken.

Ha, ha, vriendin pad!

Het pad is verbazend week;

Het "zwarte pad" was één koele zonnigheid.

20 Metaforen voor   pad