112 Werkwoorden voor het woord keel

Een oogenblik heerscht er algemeene stilte op het kantoor, alleen afgebroken door het krassen der pennen en het kuchje van Strijkman, die zich de keel schraapt om beter te kunnen antwoorden op de vragen, welke hij verwacht, dat de heer Verhagen tot hem richten zal.

Neef wakker, die dan een brave keel open zet, en dwingt om by Mama te zyn;

Overal ligt afval te verrotten en vergiftigt de lucht, terwijl keukengeuren uit de donkere holen opstijgen en door hun scherpte den voorbijganger de keel als toeschroeven.

hij had echter gezworen en op zekeren dag, toen het volk aan den stier offers bracht, zond hij zijn slagers, om het dier de keel af te snijden.

Hij schrapte de keel, wreef zijn blauwe bril en schrapte opnieuw de keel.

Het was den student Anselmus of een gedrocht hem de keel toesnoerde

hij gaat mij de keel afsnijden.

Uilenspiegel sneed hun de keel af en sprak:

maar hoewel ik goed mijn brood had en zelfs een aardig stuivertje overlei, begon me dat eenzame leven op die plantage de keel uit te hangen.

Hij moet een droge keel krijgen met al zijn speeksel zoo te vermorsen, bedacht hij verder.

Natuurlijk was de gelegenheid te schoon, om er geen gebruik van te maken om in de kroegen en in de tienda's de keelen met sterken drank te bevochtigen.

ick hebb' 't soo wel onthouwen, Wat dat ghy schoon geschals gemaeckt hebt in dit groen, In dit stil-wilde louw, dat ick 't u noch hoor doen, Noch voor de waerheit houw, dat van mijn' beste boomen De beste naer uw' keel mijn Bosch in zijn gekomen, Noch voor mirakel houw, hoe 't mog'lick is geweest, Dat daer gelegert hebb' soo veelerhande Beest

In de vaste overtuiging dat zij goed handelde, nam Hedwig de bewuste hand beet en gaf er een flinken tik op, wat natuurlijk tengevolge had dat Nesta nogmaals een keel opzette.

De grond dreunt onder den maatvasten stap der kompagniën, die in gesloten kolonnen oprukken, de kapiteins aan de spits, en vaak genoeg halt houden om hunne door het stof verdroogde kelen met een hartigen dronk te verfrisschen.

, en ik val je er ook nooit lastig om, maar alles te zamen loopt het nu toch naar de tweeduizend gulden en het begint me de keel uit te hangen....

Een eigenaardig gevoel snoerde mij de keel dicht;

Als ik jou vrouw was, dan kon ik mijn keel wel aan den kapstok hangen, dan moest ik naar jou pijpen dansen en dan kon jij met me doen wat je woudt.

Haar oude, moede oogen tuurden naar de eindelooze verte en de angst der verwachting omknelde haar keel als een strop.

"Ja, ja," zeide Stipan, zonder in staat te zijn verder te spreken, want de aandoening beklemde zijn keel.

Hij schrapte de keel, wreef zijn blauwe bril en schrapte opnieuw de keel.

Ze schreeuwden hunne kelen heesch die ronde, trouwe en dappere zonen der zee:

Een verstikkende rook folterde hun keel en longen;

Bij het moet gij niet te veel uw keel gebruiken.

In afwachting van beter, deed Paganel onderweg zijn best om zijn keel te gewennen aan de moeijelijkheden der uitspraak, zonder daarom zijn aardrijkskundige waarnemingen te verwaarloozen.

Nergens zag je 'n wolkjeoveral vlakte een roerloos vuil, dat naar de huizen-over-de-gracht tot klittend goor-bruin ver-dikte, alsof daar 'n keel stond te gurglen en 'n strottenhoofd angstwalmen hijgde.

112 Werkwoorden voor het woord  keel